-2- Het ontwerp deelplan-zuid bevat een plan voor de recrea tieve inrichting en geleding van het gebied als geheel Voornamelijk zijn de functies van de gebiedsdelen aangegeven en is bepaald waar onder meer wandelroutes, fietsroutes, ruiter- routes, picknickplaatsen en hengelsportvoorzieningen moeten komen. Het plan geeft een richting aan voor de ontwikkeling en geleding van het recreatiegebeuren in het gebied ten zuiden van Breda voor de komende 5 tot 10 jaar. De realisering van de diverse planonder delen zal niet alleen afhankelijk zijn van de recreatieve vraag, maar evenzeer van financiële mogelijkheden en van belangen van andere funkties en aktiviteiten in het gebied. Het plan geeft aan wat de optimale voorzieningen ten behoeve van de openluchtrecreatie zouden zijn, waarbij binnen het plan een zekere flexibiliteit in ruimte en tijd aanwezig is. Het ontwerp-deelplan -zuid geeft een aanzet tot het stellen van prioriteiten bij de realisering van de voorzieningen (§8.2). In het ontwerp-plan wordt een globale raming van de investeringen gepresenteerd (§8.1), waarbij wordt opgemerkt, dat voor de investe ringen wordt uitgegaan van subsidiemogelijkheden in het kader van de planningsprocedure openluchtrecreatie. Voor het totaal aan subsidi eringsmogelijkheden kan worden verwezen naar §8.5 van het ontwerp deelplan-zuid. Aangezien de geplande aktiviteiten zich, behoudens de Galderse Meren, hoofdzakelijk afspelen buiten het grondgebied van deze gemeente en aan de uitvoering van deze aktiviteiten voor de gemeente zowel in de investeringssfeer, als in de exploitatiesfeer, geen financiële consequenties zijn verbonden, stellen wij u voor in te stemmen met het ontwerp recreatiedeelplan Breda-zuid met uitzondering van de inrich- tingsschets Galderse Meren en middels het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Breda de Minister van Landbouw en Visserij te verzoeken in te stemmen met net deelplan Breda-Zuid. Het ontwerp deelplan-zuid is reeds aan de orde gesteld tijdens de vergadering van de commissie Ruimtelijke Ordening d.d. 18 maart 1985, waarbij de opmerkingen zich hoofdzakelijk toespitsten op de inrichtingsschets voor de Galderse Meren. Wij verwijzen u hiertoe naar het in het agenda-dossier ter inzage liggende verslag van deze commissievergadering De opmerkingen welke tijdens de commissievergadering zijn gemaakt zijn bij brief d.d. 9 mei 1985 onder de aandacht gebracht van de gemeente Breda, met het verzoek op deze opmerkingen te reageren. Na een mondeling bestuurlijk en ambtelijk overleg over deze brief, werd door Breda gereageerd bij brief d.d. 4 juli 1985. Beide brieven zijn eveneens in het agenda-dossier voor u ter inzage gelegd Wij zijn van mening dat de brief van Breda nauwelijks duide lijkheid verschaft over de opmerkingen, welke dezerzijds zijn gemaakt. Ook in de financiële consequenties ten aanzien van de exploitatie kosten is geen nader inzicht verschaft. Dit leidt tot de conclusie, dat wij een afwijkend standpunt moeten innemen ten aanzien van de inrichtingsschets over de zonering van de Galderse Meren. Tegen de geplande recreatieve funkties voor de Galderse Meren (plank- zeilen, vis- en natuuroever, recreatie-oever en naaktrecreatie behoeven geen bezwaren te bestaan. Wij stellen u derhalve voor het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Breda te verzoeken, dat, met behoud van de uitgangs punten voor de inrichting van de Galderse Meren, de inrichtingsschets wordt gewijzigd, als onderstaand wordt aangegeven:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 34