Langs twee wegen lijkt ruimte aanwezig te zijn die situatie te vermijden.
De eerste is dat de raad meer exact zal moeten formuleren wat ze nu
eigenlijk precies wil, zodanig dat de interpretatieruimte sterk wordt
ingekrompen dan wel de behoefte aan interpretatie niet nodig zal zijn.
Daar is dan wel voor nodig dat in het proces van beleidsvoorbereiding aan
de raad of raadscommissies meerdere alternatieven naast elkaar aangebo^n
worden die zo nodig elk voor zich op kosten/batenaspecten moeten zijn
doorgerekend
Uw stelling dat de alternatieven "zo mogelijk in de commissievergadering
kunnen worden aangereikt" past niet bij de opvatting van mijn fractie.
Slechts een bestudeerde afweging van alle alternatieven maakt pas een
echte welomschreven, gepreciseerde en niet voor meerdere uitleg vatbare
beleidskeuze mogelijk.
Een andere maar misschien ook complementaire weg kan worden gevonden in
het anticiperen op wat in de komende Gemeentewet is omschreven als
"algemene regels". Mijn fractie nodigt U uit om over dit laatste Uw
gedachten eens te laten gaan zodat een eerste bespreking daarvan binnen
de commissie AJZ mogelijk zal zijn.
-8-
1986-1990 "samen werken voor morgen" en de inhoud van de op 29 april
1986 mede door mijn fraktie ondertekende motie.
Mijnheer de Voorzitter, toen ik de Gemeentekrant las dacht ik dat de
algemene beschouwingen gevoerd werden via dit medium. Dat lag niet in
mijn voornemen en ik vind het dan ook niet juist om in een terugblik
alle leuke dingen te inventariseren die op het conto van het C.D.A.
kunnen worden geschreven. In het kader van deze algemene beschouwingen
zou ik toch liever het beeld willen gebruiken van de hand aan de ploeg
en daarbij hoort vooruitblikken. Daarbij is het ons uitgangspunt dat
alleen een constructief overleg binnen de Raad, en het in gezamenlijk
heid aanvaarden van bestuursverantwoordelijkheid leidt tot al datgene
wat door de Nieuwginnekense samenleving als geheel wordt aanvaard als
mooi en goed.
Mijnheer de Voorzitter,
De fraktie van het C.D.A. is ondubbelzinnig van oordeel - en dat geheel
in de lijn van de huidige en komende gemeentewet - dat het bestuurs-
primaat ligt bij de Raad. Uw opvatting "dat het college ruimte heeft en
houdt voor een eigen interpretatie van (raads-)besluiten" wordt zo
zonder meer niet gedeeld. Zelfs niet wanneer daaraan wordt toegevoegd
dat "waar mogelijk deze eigen interpretatie steeds ter goedkeuring
achteraf aan de Raad zal worden voorgelegd". Dat kan gemakkelijk leiden
tot situaties waar de Raad zich voor het blok gezet voelt omdat bij
burgers gewekte verwachtingen maar liever niet beschaamd moeten worden,
of tot de boodschap aan uw college het huiswerk maar eens over te
maken, hoe vervelend dat ook is.