Daarvan is in de voorliggende motie onvoldoende sprake. Wat wordt
bedoeld met het in bezit stellen van het eigendom, wat wil zeggen een
directe of indirecte beschikking. In zijn algemene beschouwingen heeft
spreker ook gewezen op de noodzaak een hervestiging van plaatselijke
bedrijven te binden aan objectieve criteria en de financiële begelei
ding van de gemeente daaraan te koppelen. Het college is nog niet in de
gelegenheid geweest daarop een antwoord te formuleren.
De heer PAULUSSEN vraagt hoe het gesteld is met de werk
gelegenheid indien hervestiging niet binnen de gemeente kan plaats
vinden
Ook de heer WILLEMSEN stelt geen behoefte te hebben aan
deze motie
De heer VAN HULST stelt dat de door hem ingediende motie is
bedoeld als een bijdrage aan en een nuancering van het geven van finan
ciële ondersteuning door de gemeente bij verplaatsing van bedrijven.
Daarbij moeten garanties gegeven worden dat op de plaats die door het
te verplaatsen bedrijf wordt verlaten niet opnieuw een vestiging zal
plaatsvinden die weer tot dezelfde overlast zal leiden. In het geval
van Graauwmans is aan die eis tegemoet gekomen omdat de gemeente daar
bij direct of indirect de beschikking krijgt over de vrijkomende per
celen. Hij verlangt geen stemming meer over de door hem ingediende
motie maar geeft het college in overweging deze nader uit te werken.
De VOORZITTER stelt vast dat de motie daarmede is inge
trokken en dat het college alle hier gemaakte opmerkingen zal betrek
ken bij de uitwerking van bedrijfsvestigingen en het daaromtrent op te
stellen beleid.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op
de agenda is voorgesteld.
4. VOORSTEL TOT BEHANDELING VAN DE GEMEENTEBEGROTING 1986: BEANTWOOR
DING VAN DE ALGEMENE BESCHOUWINGEN DOOR HET COLLEGE; ALGEMENE BE
SCHOUWINGEN IN TWEEDE TERMIJN; BEHANDELING BEGROTING GEMEENTELIJK
GRONDBEDRIJF; HOOFDSTUKSGEWIJZE BEHANDELING VAN BEGROTING ALGEMENE
DIENST.
De VOORZITTER zegt dat bij de beantwoording van de algemene
beschouwingen elk collegelid die zaken zal behandelen welke binnen zijn
portefeuille liggen. Als eerste zal hij zelf antwoorden daarna wet
houder van Gils en tenslotte wethouder Rops.
De VOORZITTER stelt dat het college de algemene beschou
wingen beziet in het verlengde van het door de Raad vastgesteld colle
geprogramma. Een collegeprogramma dat ook ten grondslag heeft gelegen
aan de beleidsnota 1987-1991. Voor de uitwerking van dat programma en
een aantal gisteravond aangedragen andere bestuurszaken zal een aantal
deelnota's worden opgesteld welke in de verschillende commissies aan de
orde zullen worden gesteld. Deze algemene beschouwingen zullen daarom
meer het karakter dragen van een afstemming van de wederzijdse visies
en het zoeken naar werkbare afspraken daaromtrent. Juist aan het begin
van een nieuwe vierjarige regeerperiode is het belangrijk om die
afstemming vorm en inhoud te geven zodat er duidelijkheid ontstaat over
een aantal grote beleidslijnenDe algemene beschouwingen worden doo"
het college als positief ervaren, al zijn er op onderdelen accentver
schillen merkbaar.