Die dienstbaarheid aan de burgers hangt nauw samen met de
effectiviteit van een organisatie. Burgemeester en Wethouders zijn
belast met het management van de gemeentelijke organisatie en dat
vraagt flexibiliteit in overeenstemming met de hoofdlijnen van beleid
zoals die door de Raad zijn vastgesteld. Wanneer het planologische
recht als voorbeeld wordt genomen dan is te zien dat dit is vastgelegd
in tal van bestemmingsplannen. Daarin is een systeem gevonden om
datgene wat de Raad bedoelt in te kaderenMaar ook een bestemmingsplan
vangt niet de realiteit van alle dag die steeds weer wisselend is en
waarmee het college heeft te maken. Wil het college de burger tegemoet
komen binnen het kader van wat de Raad als planologische hoofddoelstel-
heeft bepaald dan vraagt dit toch een minimum aan flexibiliteit.
Het is die flexibiliteit die het college bedoelde toen het
schreef, dat het omwille van effectiviteit ruimte nodig heeft voor een
eigen interpretatie van raadbesluitenWanneer het college niet kan
handelen naar de geest van wat de Raad heeft bepaald en iedere
afwijking moet terug-brengen bij de Raad dan leidt dat tot verstarring
en dat kan niet de bedoeling zijn.
Daarmee is de opvatting van het college omschreven en het college
claimt de ruimte zoals hij die heeft aangegeven.
Het college stelt voor om niet zoals gisteren werd voor
gesteld reeds op voorhand een vergadering uit het vergaderschema voor
de Raad van 1987 te laten vervallen maar dit eerst te doen wanneer het
aanbod van raadsvoorstellen daartoe aanleiding geeft.
Het college wenst niet in te gaan op de suggestie van de
V.V.D. om richting gemeente Breda een opstelling te kiezen die leidt
tot een soort verrekening van kosten en baten. Het college is er geen
voorstander van uitbreiding te geven aan datgene wat op dit moment
reeds wordt gedaan met name een jaarlijkse bijdrage aan het zwembad
Wolfslaar en de investeringsbijdrage welke gegeven is aan hockeyver-
eniging Zwart-WitZoals in de desbetreffende voorstellen reeds is
verwoord betreft het hier zaken die tot het normale voorzieningennivo
van de gemeente Nieuw-Ginneken gerekend behoren te worden. In het
voorstel van de V.V.D. is echter een aantal instellingen genoemd die
nooit tot het takenpakket van een gemeente als Nieuw-Ginneken zullen
behoren maar een duidelijk bovenlokale funktie hebben. Voor dat soort
voorzieningen vervult Breda een centrumfunktie waarvoor die gemeente
overigens ook aparte inkomstenbronnen heeft. Bovendien wanneer tot een
soort verrekeningssysteem zou worden gekomen zou dit over en weer
moeten gelden. Tenslotte zou opvolgen van het voorstel van de V.V.D.
een drastische aanslag op de financiële middelen van de gemeente Nieuw-
Ginneken betekenen.
Wel heeft het college in het verleden reeds aangegeven gevoelig te zijn
voor vragen vanuit Breda, daar waar het betreft deelname aan instel
lingen door belangrijke aantallen inwoners van onze gemeente waarvoor
anders eigen voorzieningen getroffen zouden moeten worden. Op dit
moment is er echter geen aanleiding verder te gaan dan wat reeds
gebeurt
Met betrekking tot de mobiliteit en bereikbaarheid van het
ambtelijk apparaat stelt de VOORZITTER dat met name vanuit het buro
Burgerzaken mensen op afspraak aan huis worden bezocht. Het betreft
hier in zijn algemeenheid bejaarden en mindervalidenHet college is
gaarne bereid deze gedragsregel tot beleid om te vormen en, zo daar
behoefte aan is, voor alle sectoren te doen gelden.