Zijn fraktiegenote en hijzelf zullen ingaan op de hen nog resterende vragen. In de eerste plaats is dat de door het college bepleite inter pretatieruimte van raadsbesluiten. Met het college hecht hij aan een continuïteit in de bestaande bestuurscultuur en de harmonische ver houdingen binnen de Raad die daaruit voortvloeien. Uit een jarenlange ervaring weet hij tot welke resultaten dit leidt. Ook is hij het eens met de zienswijze van het college dat het bestuur niet star moet zijn maar dynamisch, zeker wanneer daarbij wordt betrokken dat het in de tijd mee moet groeien. Intussen zal de Raad proberen voldoende duidelijk te zijn in de door hem te nemen raadsbesluiten zodat deze niet voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Als het college dan handelt in de geest van de Raad dan heeft hij daar verder geen moeite mee en beschikt het college toch over de bepleite flexibiliteit. Het door zijn fraktie gelanceerde idee om te komen tot een bepaalde steunverlening aan de gemeente Breda wordt door een aantal frakties en het college wat al te detaillistisch bekeken. Bedoeling van dit idee is om in samenspraak met de andere randgemeenten van Breda te bekijken op welke manier vorm gegeven kan worden aan een betere samen werking met de gemeente Breda. Het is zeker niet de bedoeling om een grote geldstroom richting Breda te laten gaan zonder daarvoor iets terug te krijgen; daaronder wordt ook invloed op het beleid verstaan. Dit overleg zou kunnen plaatsvinden op stadsgewestelijk nivo. Alle randgemeenten hebben belang bij een goede harmonie met de grote centrumgemeente Breda. Ten aanzien van de automatisering bevreemdt het hem dat eerst nu wordt aangekondigd dat deze meer planmatig zal worden aange pakt en dat terwijl deze zelfde automatisering al een aantal jaren in volle gang is. Hij is van mening dat dit juist andersom moet gebeuren eerst een goed plan en dan automatiseren. Ten aanzien van de inzameling van chemische afvalstoffen worden de resultaten van het aangekondigde onderzoek naar de herkomst van deze stoffen afgewacht. Wanneer deze resulaten bekend zijn zal zijn fraktie graag samen met het college zoeken naar mogelijkheden om ook de batterijen en potjes verf uit alle dorpen in te zamelen. Wanneer door het college met Breda gesproken wordt over de toekomstige beheersvorm van de Galderse Meren dan verzoekt hij in dat zelfde contact tevens het toezicht te regelen en daarbij aan te geven op welke manier een gedeelte van die kosten kan worden teruggekregen. Ten aanzien van de door zijn fraktie gemaakte opmerking om de hondenbelasting te verhogen van f 30,naar f 75,is door het college geantwoord deze verhoging op dit moment niet te willen door voeren. De vraag rijst of het college überhaupt wil overwegen deze belasting te verhogen en wat het vindt van de suggestie een honden wachter aan te stellen. Met de gedachte dat er ook in Ulvenhout één centrale antenne-inrichting zou moeten komen kan zijn fraktie zich helemaal verenigen. Wat Galder betreft is zijn fraktie van mening dat de tarie ven voor de gehele gemeente, niet exact, maar ongeveer gelijk zouden moeten zijn en om dat te bereiken zal er toch een gemeentelijke bijdrage moeten komen. Evenals het C.D.A. is de V.V.D. van mening dat de centrale antenne een voorziening is die heden ten dage als een soort nutsvoorziening gezien zou moeten worden. Omdat Galder nu toevallig wat verder weg ligt is het nog niet aanvaardbaar die inwoners daarvoor die ontzettend hoge kosten te laten betalen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 474