-26- Verkoop van huurwoningen betekent een verschraling van het aanbod voor die mensen die op het huren van een woning zijn aangewezen. Het zou in dat verband interessant zijn om te weten hoeveel mensen er in het afge lopen jaar geholpen zijn aan een huurwoning in het bestaande woning- bezit, ons daarbij afvragend hoe die mensen geholpen hadden kunnen worden als die woningen verkocht waren geweest. Het zou bovendien anders zijn als met het vrijkomende kapitaal nieuwe woningen gebouwd zouden kunnen worden. Maar na de aflossing van de rijksvoorschotten zal, zo er iets overblijft, het restant verdwijnen in de algemene bedrijfsreserve van de Woningbouwvereniging. Er komt dus niets terecht bij de gemeente Nieuw-GinnekenDaarin zijn naar de mening van de P.v.d.A.-fraktie voldoende argumenten gelegen om op dit moment de verkoop van huurwoningen ten sterkste af te raden. Zijn fraktie zou er daarom prijs op stellen dat voordat het overleg hierover met Woning bouwvereniging St. Laurentius wordt voortgezet daarover wordt gesproken in een raadscommissie waarbij dan alle relevante overwegingen aan de orde kunnen komen De VOORZITTER gaat direct over tot beantwoording van de in tweede termijn gestelde vragen. Door het C.D.A. is gevraagd meer ruimte te laten tussen de algemene beschouwingen en de beantwoording daarvan door het college. Jaren geleden deed die situatie zich voor en toen was de klacht dat het allemaal zo saai was. Nu dit korter bij elkaar ligt is de discussie in ieder geval een stuk spontaner geworden en kan de Raad het college soms op een half antwoord vangen. Wanneer daaraan behoefte bestaat moet op deze kwestie in de commissie A.J.Z. nog eens worden teruggekomen. Door de tekst in de beleidsbegroting is een misverstand veroorzaakt ten aanzien van de door het college gewenste beleidsruimte. De Raad heeft nu erkend dat die beleidsruimte er moet zijn hetgeen in concreto betekent dat het college ruimte heeft voor een marginale toet sing. Tot het wezen van de verhouding tussen het college van Burgemees ter en Wethouders en de Raad hoort ook dat de Raad het college kritisch volgt en dat daar waar de Raad dit wenst toetsing plaatsvindt. Uit de reakties van een aantal frakties valt af te leiden dat de door de V.V.D. aangeroerde kwestie van een bepaalde financiële ondersteuning richting Breda haar historische oorsprong vindt in voor beelden als de ondersteuning van het zwembad Wolfslaar en hockeyver- eniging Zwart-Wit. In die situaties is er ook naar de toekomst ruimte. Het college heeft dat nooit afgewezen maar moet benadrukken dat het voorzieningen moet betreffen die anders hier in deze gemeente ook aan wezig zouden moeten zijn maar die nu door Breda worden overgenomen. Dat betreft dus een aantal exclusieve situaties en strekt zich niet uit tot de opsomming van een aantal zaken zoals die hier door een enkele fraktie zijn genoemd. Wel moet het college met de Raad alert zijn op situaties die rechtvaardigen dat er van de kant van de gemeente Nieuw- Ginneken bijdragen gaan in de richting van Breda. De suggestie van het C.D.A. om in de commissie A.J.Z. eens te bekijken welke vragen er liggen met betrekking tot het personeels beleid wordt door het college overgenomen. Er wordt door het college wel een personeelsbeleid gevoerd ook al is dat niet in een plan om schreven. Wel kan bekeken worden of er aanvullend op dat beleid nog zaken geproduceerd moeten worden. De besteding van herbezettingsgelden is door enkele frakties aangeroerd. De middelen daarvoor zijn door de ambtenaren ingebracht maar niet op verzoek van het college. Het is als een koekoeksei dat door de regering in ons nest is gelegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 481