Artikel 3
1. de vrijwilliger beneden de rang van adjunct-hoofdbrandmeester -met
uitzondering van de brandmeester, die tevens onder-commandant is-
die, na een door of vanwege de burgemeester ontvangen oproep, deel
neemt aan de oefening, of die de lessen van een voor zijn betrek
king voorgeschreven cursus volgt, heeft recht op een vergoeding;
2. de vrijwilliger beneden de rang van adjunct-hoofdbrandmeester -met
uitzondering van de brandmeester, die tevens ondercommandant is-
die, na daartoe te zijn opgeroepen, werkelijke dienst verricht in
verband met brandbestrijding of andere hulpverleningen, heeft
recht op een vergoeding;
3a. de vergoeding, bedoeld in het eerste lid onderscheidenlijk de ver
goeding bedoeld in het tweede lid, wordt vastgesteld op het per
uur uitgedrukte bedrag, hetwelk in kolom 2 onderscheidenlijk in
kolom 3 van onderstaande staat is vermeld achter de door de vrij
williger beklede rang;
Kolom 1
kolom
2
kolom
3
rangen
bedrag per
uur voor
bedrag per uur voor
bijwonen
e.d
oefeningen
optreden bij
brand
A
B
A
B
adspirant-brandwacht
f 11,30
f 12,45
f 21,20 f
23,30
brandwacht 2e klasse
12,
13,20
22,50
24,75
brandwacht 1e klasse
13,05
14,35
24,45
26,90
hoofdbrandwacht
14, MO
15,85
27,05
29,75
adspirant-onderbrandmeester
12,70
13,95
23,80
26,20
onderbrandmeester
15,90
17,45
29,75
32,75
brandmeester
18,10
19,90
33,85
37,25
adspirant-officier
15,90
17,45
29,75
32,75
3b. de in het vorige lid onder kolom B vermelde bedragen zijn uitslui
tend van toepassing op de vrijwilliger t.b.v. wie op het tijdstip
voorafgaand aan de datum van in werking treden van deze verorde
ning o.g.v. de aard van het dienstverband de premie A.O.W./A.W.W.
t.l.v. de gemeente Nieuw-Ginneken werd genomen; voor de overigen
gelden de bedragen uit kolom A.
Artikel 4
Burgemeester en wethouders kunnen een vergoedingsregeling vaststellen
voor het verrichten van wacht-, consignatie- en bewakingsdiensten door
de vrijwilliger.
Artikel 5
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen aan de vrij
williger een vergoeding voor derving van loon of inkomsten toekennen
wegens het verrichten van de in artikel 3, 1e en 2e lid, bedoelde
brandweerdienst