gemeente nieuw-qinneken De RAAD der gemeente Nieuw-Ginneken gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 2 december 1986 nr. 17a; gelet op de artikelen 272, letter a en 273 van de gemeentewet, alsmede op het Besluit gemeentelijke onroerend-goedbelastingen BESLUIT: vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING OP DE HEFFING VAN DE ONROEREND-GOEDBELASTINGEN Artikel 1 Belastingplicht 1. Onder de naam 'onroerend-goedbelastingen' worden terzake van binnen de gemeente gelegen onroerend goed - met uitzondering van ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond - twee directe belastingen geheven: a. een gebruikersbelasting van degene die - naar de omstandigheden beoordeeld - bij het begin van het belastingjaar een onroerend goed al dan niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht feitelijk gebruikt; b. een zakelijk-gerechtigdenbelasting van degene die bij het begin van het belastingjaar van een onroerend goed het genot heeft krachtens een zakelijk recht. 2. Met betrekking tot de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruik door het hoofd van dat huishouden; b. gebruik door degene aan wie het gebruik van een gedeelte van een onroerend goed is afgestaan, aangemerkt als gebruik door degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan; c. in geval van verschillende soorten feitelijk gebruik alleen het belangrijkste gebruik in aanmerking genomen. 3. Met betrekking tot de zakelijk-gerechtigdenbelasting wordt als genothebbende krachtens zakelijk recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig bij het kadaster bekend staat, tenzij blijkt dat op dat tijdstip een ander de genothebbende krachtens zakelijk recht was. Artikel 2 Belastingobject 1Onder een onroerend goed dan wel het onroerende goed wordt verstaan: a. een gebouwd eigendom met zijn gebouwde aanhorigheden - daaronder begrepen de ondergrond van dat eigendom en van die aanhorigheden - en met zijn ongebouwde aanhorigheden; b. een ongebouwd eigendom, niet zijnde de ondergrond of de aanhorigheid van een gebouwd eigendom, met zijn gebouwde aanhorig heden - daaronder begrepen de ondergrond van die aanhorigheden - en met zijn ongebouwde aanhorigheden;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 528