Artikel 9 Verzoek om aanslag
De belastingplichtige aan wie niet binnen zes maanden na afloop van
het belastingjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een
maand na het vestrijken van de evenbedoelde termijn bij burgemeester
en wethouder een schriftelijk verzoek in te dienen om vaststelling van
een aanslag.
Artikel 10 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeenteambtenaren
aanwijzen, die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering
van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing van de belastin
gen.
Artikel 11 Nakoming van verplichtingen
De verplichtingen, als bedoeld in artikelen 47, 50 en 51 van de
Algemene wet inzake rijksbelastingen jegens burgemeester en
wethouders, gelden mede jegens de door burgemeester en wethouders
aangewezen ambtenaren der gemeentelijke belastingen.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze veordening treedt in werking op 1 januari 1987.
Met ingang van dat belastingjaar vervalt de "Verordening onroerend-
goedbelasting 1979" vastgesteld bij raadbesluit van 30 januari 1979,
goedgekeurd bij Koninklijk besluit d.d. 25 april 1979, nr. 3, sedert
dien gewijzigd, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de
belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.
2. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening onroerend-
goedbelastingen 1987".
ALDUS VASTGESTELD IN DE OPENBARE
VERGADERING VAN 9 DECEMBER 1986.
DE RAAD VOORNOEMD,
voorzitter.
secretaris.
Fibe64!66RKMB