(flj
a
gemeente nieuw-ginneken
TOELICHTING, BEHORENDE BIJ HET RAADSVOORSTEL D.D. 2 DECEMBER 1986 TOT
1e WIJZIGING VAN DE BEGROTING 1987
INLEIDING
In het kader van de goedkeuringsprocedure van de begroting 1987 is van
de zijde van de Provincie ambtelijk geconstateerd dat de bij de
begroting 1987 overgelegde berekening rente-omslag niet juist is. Een
schriftelijke bevestiging van Gedeputeerde Staten is nog niet ont
vangen, maar we moeten er van uitgaan dat deze constatering juist is.
In deze toelichting wordt uw Raad een nadere uiteenzetting gegeven
over de achtergronden en financiële consequenties van dit voorstel.
BEREKENING RENTE-OMSLAG
Bij de begrotingsstukken wordt jaarlijks een berekening gemaakt van
het rente-omslagpercentage. Hierbij wordt allereerst de financierings
positie van de gemeente per 1 januari van het begrotingsjaar in beeld
gebracht. Dit geschiedt door het bedrag van de geactiveerde kapitaal
uitgaven (=boekwaarde van de nog niet afgeschreven investeringen in de
staat C) af te zetten tegen het totaal van de beschikbare langlopende
geldleningen, reserves en voorzieningen (in de staten D en E). Het
verschil tussen deze twee is het financieringstekort c.q.-overschot.
De rente-omslagberekening 1987 is bijgevoegd. Hieruit blijkt dat er
per 1 januari 1987 een financieringstekort is van f 11.260,er van
uitgaande dat alle door de Raad beschikbaar gestelde kredieten per
1 januari 1987 volledig zijn gerealiseerd, dus uitgegeven.
Tot slot worden in de berekening rente-omslag de te verwachten rente-
H kosten en - ontvangsten berekend en nadien omgeslagen over het per
1 januari van het begrotingsjaar aanwezige geïnvesteerde bedrag.
Enkele uitzonderingsrenten spelen hierbij nog een rol.
WAT DOET ZICH THANS VOOR
Zoals uw Raad bekend zal zijn werd voor de extra-aflossing van dure
geldleningen per 15 oktober 1985 een 3-tal vaste geldleningen tot een
totaalbedrag van f 8.000.000,bij de NV Bank voor Nederlandsche
Gemeenten opgenomen met een daaraan gekoppelde tijdelijke herbelegging
van f 4.500.000,voor de periode 15 oktober 1985 tot 15 oktober
1991/1992.
Het resterende bedrag van f 3.500.000,werd op veel kortere termijn
in deposito belegd, aangezien hierover reeds in 1985 en 1986 groten
deels moest worden beschikt, terwijl per 15 april 1987 het laatste
gedeelte van het bedrag van die f 3.500.000,nodig zal zijn.
Het bedrag van f 8.000.000,werd in de rente-omslag terecht mee
genomen bij de "opgenomen langlopende geldleningen" onder IIA,
onder 1, echter het bedrag van f 4.500.000,wat voor langere tijd
werd belegd (en dus in feite thans niet voor de gemeente ter
beschikking staat als financieringsmiddel) werd niet geactiveerd in de
staat C.
Het financieringsterkort is als gevolg hiervan f 4.500.000,hoger
dan in de berekening rente-omslag werd aangegeven.