iflj
s
gemeente nieuw-ginneken
X X /Raadsvergadering
2k maart 1986
Agenda Nr.k
Klass. Nr.: -2.08.171
Onderwerp
Voorstel tot vaststelling van:
- 30e wijziging Algemeen Ambtenarenreglement
- 9e wijziging uitkeringsverordening.
Ulvenhout, 11 maart 1986.
Aan de Raad,
Bij schrijven van 11 februari 1986, nr. OPZ/61285 deelt het College
voor arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten mede dat
met de centrales van overheidspersoneel overeenstemming is
bereikt over een wijziging van het algemeen ambtenarenreglement en de uit
keringsverordening. De wijzigingen komen in het kort op het navolgende neer:
1. aanpassing van het algemeen ambtenarenreglement op het vlak van het
vakantiegeld; in de oude situatie werd bij de beoordeling of en in hoeverre
een ambtenaar recht had op het minimum-vakantiegeldbedrag aansluiting
gezocht bij de tariefgroepindeling voor de loonbelasting. Als gevolg van
wijziging van de tariefgroepindeling (tweeverdienerswet e.a.) is deze koppe
ling niet meer bruikbaar. Vandaar de overgang naar een nieuw systeem, het
welk tezamen met de voorgestelde overgangsregeling er voor zorgt dat
de vakantiegeldrechten materieel op hetzelfde niveau blijven, met dien ver
stande dat een verbetering optreedt voor alle ongehuwden die jonger zijn
dan 23 jaar;
2. wijziging van de 1%-regeling. De 1%-regeling betekent een tegemoetkoming
aan de ambtenaar in zogenaamde bovenmatige ziektekosten. Bovenmatig
wil dan in zijn algemeenheid zeggen de ten laste van de ambtenaar blijvende
ziektekosten, met uitzondering van de ingehouden I.Z.A.-premie, welke 1%
van zijn ambtelijk inkomen te boven gaan.
De voorgestelde wijziging beperkt de 1%-regeling tot de gezinsleden. Zij
die ingevolge de I.Z.A.-regeling niet als gezinslid worden aangemerkt (die
b.v. uit hoofde van een eigen betrekking verplicht verzekerd zijn ingevolge
de ziekenfondswet) mogen niet meer in de 1%-regeling worden betrokken;
de aanvullende vergoedingsregeling van het I.Z.A. voor bedoelde groep blijft
van toepassing. Het bezwaar van de oude regeling was de bepaling van (1%
van) het inkomen van het "gezinslid" met eigen beroep/bedrijf.
Mocht een toegelaten (echt) gezinslid wèl eigen inkomsten hebben dan dienen
deze bij de 1%-berekening betrokken te worden;
3. Flexibilisering zwangerschapsverlof. In het kort:
Oude regeling Voorgestelde regeling
a. 6 weken verlof vóór de vermoedelijke a. 12 weken verlof, te kiezen in
bevallingsdatum; het tijdvak van 6 weken vóór
b. 6 weken verlof na de feitelijke bevallings- de vermoedelijke bevallingsdatur
datum. tot (uiterlijk) 12 weken na de
feitelijke bevallingsdatum.
k. tot slot wordt de "Uitkeringsverordening" in die zin verruimd dat aan het
begrip "belanghebbenden" wordt toegevoegd de gewezen ambtenaar die ontslag
heeft gevraagd omdat hij of zij de echtgenoot volgt die door geheel buiten
hem of haar liggende oorzaken noodzakelijk van standplaats moet veranderen.