NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD D.D. 14 APRIL 1987.
Aanwezig:
de leden van de Raad:
de dames
F.W.M. Bogmans en Mr. W. Hout-Moermond
de heren:
J.B.A. van Gestel, H.M.C.J. van Gils, J.H. van Gils, Drs. A. van
Harten, A.T.M. van Hulst, F.L.M. Paulussen, G. Posthuma, J.A. Rops,
P.H.M. Teunissen, J.C. van der Westerlaken, W.Ch. Willemsen, P. van
Yperen en B. Zwijnenburg;
Voorzitter
Drs. M.J.H. van de Ven;
Secretaris
Drs. H.W.S.M. Nuijten.
De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed,
heet eenieder welkom en stelt vervolgens aan de orde:
1. NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN 10 MAART 1987.
De heer VAN HULST verzoekt op pagina 3 in de 27e/28e regel het
woordworden" te vervangen door het woord"zijn"
De VOORZITTER merkt op dat op pagina 5 in 11e regel het woord:
"evacuatie" vervangen moet worden door het woord"evaluatie"
Naar aanleiding van het genotuleerde op pagina 11 informeert de
heer van HULST naar de resultaten van het overleg met de stichting Ulvenhouts
Welzijn
Op pagina 14 is genotuleerd dat wethouder Van Gils de verwachting
heeft dat inwoners die reeds gebouwd hebben in de vrije sektor in de toekomst
niet opnieuw in aanmerking zullen komen voor bouwgrond. De heer ZWIJNENBURG is
van mening dat deze zin niet geheel konform de werkelijkheid is en stelt voor
deze te wijzigen dan wel uit de notulen te schrappen.
Ook wethouder VAN GILS is van mening dat deze zin beter uit de
notulen kan worden weggelaten.
Met inachtneming van de hierboven aangegeven korrekties worden de
notulen vastgesteld.
Wethouder ROPS antwoordt dat hij namens het college een overleg
heeft gehad met de stichting Ulvenhouts Welzijn; een en ander zal nog resul
teren in een nader overleg met de direkteur van de RosmolenschoolOmtrent de
resultaten daarvan zal de Raad geïnformeerd worden via de commissie Welzijn.
2. INGEKOMEN STUKKEN.
Uit de bij punt f. ter inzage gelegde brief heeft de heer VAN
HARTEN gekonkludeerd dat het kerkgebouw van de St. Laurentiusparochie niet in
aanmerking zal komen voor enigerlei vorm van overheidssubsidieIn de optie van
zijn fraktie zijn de toren en de kerk wel monumentaal en zeker beeldbepalend.
Graag zou hij zien dat het partikulier initiatief die waarde zal weten te be
houden. Op den duur zal dat toch een te zware last blijken daarom zou hij het
zeer op prijs stellen als er vanuit de Nieuwginnekense samenleving een zodanige
blijk van betrokkenheid zou komen dat de instandhouding tot in lengte van dagen
gegarandeerd zal blijven.
De heer VAN DER WESTERLAKEN vraagt in het kader van de Wet Stads
en Dorpsvernieuwing voldoende gelden te reserveren voor de instandhouding van
dit gebouw en desnoods aanvullende middelen beschikbaar te stellen.