-7- 13. VOORSTEL TOT TOEKENNING VAN SUBSIDIE VOOR HET TREFFEN VAN ENERGIEBESPARENDE MAATREGELEN AAN 39 HUURWONINGEN IN HET KADER VAN DE REGELING GELDELIJKE STEUN VOORZIENINGEN AAN HUURWONINGEN 1987 AAN WONINGBOUWVERENIGING ST. LAU- RENTIUS TE BREDA. De heer H. VAN GILS heeft gekonstateerd dat renovatie van de hier- bedoelde woningen al in volle gang is. De aanvrage voor subsidie in energiebe sparende maatregelen dateert van enkele weken geleden. Is deze aanvraag niet erg laat ingediend? Wethouder VAN GILS erkent dat de renovatie van deze woningen reeds is aanbesteed. De regeling op grond waarvan deze aanvrage is ingediend dateert echter van 1 januari 1987. Daarin moet de oorzaak van deze late indiening gezocht worden. De aanvrage is overigens onmiddellijk in behandeling genomen. De te treffen energiebesparende maatregelen worden gelijktijdig met de renovatie uitgevoerd Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 14. VOORSTEL TOT HET ONGEGROND VERKLAREN VAN EEN BEROEPSCHRIFT DOOR DE HEER J. SNOEYS TE STRIJBEEK TEGEN EEN OPGELEGDE HERPLANTPLICHT. De heer WILLEMSEN stelt dat dit het eerste beroepschrift is dat behandeld wordt ingevolge de nieuwe Algemene Plaatselijke Verordening. Door hem zijn in het verleden twee vellingen gesignaleerd waartegen niet is opgetreden. Teneinde willekeur te voorkomen vraagt hij het college in het vervolg op te treden tegen iedere velling waarvoor geen kapvergunning is verleend. De heer PAULUSSEN had liever gezien dat de heer Snoeys zijn naam eer had aangedaan door de betreffende bomenrij alleen te snoeien; nu is deze teniet gegaan. Spreker vraagt welke sankties de gemeente kan opleggen wanneer uit ekonomische motieven tot velling is overgegaan. Mevrouw HOUT vraagt het college bij de aanschrijving van personen uiterste zorgvuldigheid in acht te nemen. De brief aan de heer Snoeys is voor tweeërlei uitleg vatbaar; enerzijds wordt het herplanten op dezelfde plaats, waar voorheen de bomen stonden, verlangd; anderzijds wordt ruimte gelaten voor het herplanten op hetzelfde perceel. Daarnaast is zij van mening dat artikel 178 van de A.P.V. wellicht herziening behoeft. De heer VAN YPEREN zet, als voorzitter van Arob-commissieuiteen dat deze commissie, ook na het horen van de heer Snoeys, unaniem van mening is dat het college terecht een herplantplicht heeft opgelegd. De commissie vindt dat niet het vellen maar het teniet gaan van bomen voldoende moet zijn om tot het opleggen van een herplantplicht te besluiten. Wethouder VAN GILS stelt dat het vellen en teniet laten gaan van een houtopstand zowel ingevolge de A.P.V. als ingevolge de bepalingen van het bestemmingsplan Buitengebied niet is toegestaan. Er is dus terecht een herplant plicht opgelegd. In de commissie Openbare Werken is toegezegd dat in overleg met de heer Snoeys nog bekeken zal worden of herplanten ook elders kan geschieden op zodanige wijze dat het beschadigde landschap wordt hersteld. Daarnaast zegt hij toe deze materie in zijn algemeenheid in de commissie opnieuw aan de orde te zullen stellen waarbij dan alle facetten zullen worden bekeken zoals de A.P.V., het bestemmingsplan Buitengebied, de ekonomische schade van de eigenaar, schade aan het landschap, opleggen van een schadevergoeding wegens het toebrengen van schade aan het landschap en opleggen herplantplicht. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda is voorgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 108