m,
(ÖJ
qemeente nieuw-qinneken
x x
J Raadsvergadering
26 mei 1987
Agenda Nr.: 4
Klass. Nr.: -1.851.07.2
Onderwerp:
Voorstel tot vaststelling van de
"Verordening Leerlingenvervoer
gemeente Nieuw-Ginneken"
Ulvenhout, 12 mei 1987.
Aan de Raad
Op 1 augustus aanstaande zal in werking treden de Wet Gemeen
telijke regelingen leerlingenvervoer. Deze regeling, die een wijziging
omvat van artikel 45 van de Wet op het basisonderwijs en van artikel
54 van de Interimwet op het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs,
zal in de plaats treden van het vroegere artikel 13 van de Lager-
onderwijswet 1920.
Het centrale uitgangspunt van deze wetswijziging is de decentralisa
tie van de regeling van het leerlingenvervoer.
Deze blijkt uit:
1. vergroting van de gemeentelijke bevoegdheid om het leerlingenver
voer naar eigen inzicht te regelen;
2. verkleining van de invloed van het rijk en de provincie;
3. het leggen van de financiële verantwoordelijkheid bij de gemeente.
De vergoedingen zullen in de nabije toekomst ook niet langer
kunnen worden gedeclareerd bij het ministerie van Onderwijs en
Wetenschappen, doch zullen op basis van vaste criteria vanuit het
gemeentefonds aan de gemeente worden verstrekt.
De nieuwe wet geeft aan uw Raad de opdracht een regeling vast
te stellen omtrent het leerlingenvervoer. Deze regeling in de vorm van
de thans voorgestelde verordening is gebaseerd op een door de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten samengestelde model-verordening
leerlingenvervoer
In de model-verordening sluit de V.N.G. voor wat betreft het basison
derwijs aan bij de geldende maatstaven in de Lager-onderwijswetDit
houdt onder meer in dat bij een afstand boven de vier kilometer tussen
de school en de woning, het openbaar vervoer aan de ouders wordt
vergoed
Een nieuw element in de verordening vormt de wettelijk verplichte
eigen bijdrage van de ouders indien de leerling basis- L.O.M.-, of
M.L.K.-onderwijs volgt; bedraagt het belastbaar inkomen van de ouders
meer dan f 27.000,per jaar, dan worden alleen de vervoerskosten
boven de f 200,vergoed. Bedraagt het belastbaar inkomen minder dan
f 27.000,per jaar, dan vindt een volledige vergoeding plaats.