In dat Educatief Beraad hebben zitting:
- instellingen die in aanmerking wensen te komen voor de uitvoering
basiseducatie;
- en, eventueel, instellingen die niet rechtstreeks bij de uitvoering
van de basiseducatie betrokken zijn, maar op andere gronden daarbij
belang hebben, hetzij omdat zij de belangen van de doelgroep behar
tigen hetzij omdat zij andere aktiviteiten dan basiseducatie ver
zorgen voor dezelfde doelgroep als waar de basiseducatie zich op
richt
Het ontwerp-programma, dat door het Educatief Beraad wordt opgesteld
moet aangeven:
1) wie de uitvoerenden zijn;
2) hoe de samenhang in het aanbod is geregeld.
Dit programma moet door de gemeenteraad worden vastgesteld.
De gemeenten kregen de vrijheid om per 1 januari 1987, of per 1 augus
tus 1987 te starten met de uitvoering van basiseducatie.
De bekostiging
De bekostiging van de basiseducatie gebeurt door de rijksoverheid. Om
gemeenten voldoende ruimte te geven tot het inspelen op de (inter)
lokale behoeften hierin, gaat de bekostiging via een rijksbijdrage.
Met andere woorden: de lokale overheid mag het beleid (binnen zekere
grenzen) zelf bepalen, en krijgt in de bekostiging daarvan een bijdra
ge (tot het vastgestelde maximum) van het rijk.
De middelen die gebruikt kunnen worden voor de bekostiging van de
basiseducatie worden in elke gemeente afgehouden van de rijksbijdrage
sociaal-cultureel werk (vanaf 1 januari 1987 opgenomen in de brede
welzijnsuitkering) en "geoormerkt" voor basiseducatie via het ministe
rie van Onderwijs en Wetenschappen uitgekeerd.
Dit geldt althans in de overgangsjaren 1987 en 1988Daarna wordt het
geld uitgekeerd op basis van 'objektieve kriteria' die een indikatie
geven van de achterstandssituatie binnen gemeenten.
De berekening
Volgens het gestelde in het konsept-landelijk overzicht is de samen
stelling van het gemeentelijk budget in de overgangsperiode gebaseerd
op: a) het resultaat van de inventarisatie van de voorlopers van de
basiseducatie binnen de gemeenten, c.q. regio. Als voorlopers
worden onder meer aangemerkt: het Vormingscentrum Jonge Vol
wassenen, Alfabetiseringsprojektentaalprojekten voor
buitenlanders, Open School etc.
b) de oormerking van gelden binnen de Rijksbijdrageregeling
Sociaal Cultureel Werk. En dat is 14,19%.
Voor Nieuw-Ginneken houdt dat in:
1. Vormingswerk Jonge Volwassenen: f 3.900,
2. 14,19$ van rijksbijdrage: 10.407,
f 14.307,—