3.
Aan de organisatie van het bedrijf dient een zodanige werkverdeling
ten grondslag te liggen, dat een goede interne kontrole verkregen
wordt
De in lid 2 genoemde functies zijn onverenigbaar.
Artikel 3
1. Het personeel van het bedrijf wordt door Burgemeester en Wethouders
benoemd, geschorst en ontslagen.
2. Bij afwezigheid van de in artikel 2 genoemde funktionarissen wordt op
door Burgemeester en Wethouders te bepalen wijze in hun vervanging
voorzien
3. De bevoegdheden en verplichtingen van de Direkteur, de Administrateur
en de Kassier wordenvoorzover zij niet in deze verordening opgenomen
zijn, geregeld in door Burgemeester en Wethouders vast te stellen en
aan Gedeputeerde Staten mee te delen instrukties.
II Inbreng
Artikel *4
1De aan de gemeente in eigendom toebehorende onroerende goederen worden
voor zover in dit artikel is bepaald, afzonderlijk beheerd in het
grondbedrijf.
2. Van de bezittingen en schulden, respectievelijk de ontvangsten en uit
gaven van de gemeente worden de bezittingen en schulden, respectieve
lijk de ontvangsten en uitgaven van het bedrijf administratief
gescheiden. Zij worden als zodanig afzonderlijk beheerd.
3. In het grondbedrijf worden ingebracht:
a. alle onroerende goederen bestemd voor het in bouwexploitatie
nemen van gronden;
b. andere, de gemeente in eigendom toebehorende onroerende
goederen voor zover die door Burgemeester en Wethouders daartoe
zijn aangewezen.
Artikel 5
1. De gronden worden als regel in de administratie van het bedrijf
verantwoord tegen de verwervingsprijs, zonodig vermeerderd met rente
tot het tijdstip van inbreng.
2. Als tijdstip van inbreng wordt aangehouden de begindatum van de
kostprij sberekening
3. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders de waarde bij
inbreng vaststellen op een geschat bedrag.
III Waardering van de eigendommen
Artikel 6
1. Voor de gronden die (nog) niet in een kostprijsberekening zijn
opegenomen wordt als boekwaarde aangehouden de verwervingsprijs,
vermeerderd met de bedragen sedert deze gronden in de administratie