VI Begroting en Rekening
Artikel 15
1De begroting wordt door de Direkteur in nauw overleg met de admini
strateur opgemaakt vóór 1 juni van het kalenderjaar voorafgaande aan
het begrotingsjaar toegezonden aan Burgemeester en Wethouders. Zowel
de Direkteur als de Administrateur zijn bevoegd om bij afzonderlijke
nota hun op- of aanmerkingen ten aanzien van de begroting ter kennis
van Burgemeester en Wethouders te brengen.
Wijzigingen van de begroting worden op overeenkomstige wijze opge
maakt en tijdig aan Burgemeester en Wethouders toegezonden.
2. De begroting en de wijzigingen daarvan hebben zoveel mogelijk een
taakstellend karakter, waartoe de desbetreffende toelichting zowel
geldbedragen als hoeveelheden behoren te bevatten.
Artikel 16
1Geen uitgaven mogen geschieden dan voor zover deze op de goedgekeurde
begroting zijn geraamd of bij een door Gedeputeerde Staten goedgekeurd
besluit van de raad aan die begroting zijn toegevoegd.
De Direkteur ziet erop toe dat geen overschrijding van de in de begro
ting opgenomen posten zal plaatsvinden.
2. Besluiten van de Raad, waarbij machtiging tot af- of overschrijving
van en op posten van de begroting wordt verleend, behoeven de goed
keuring van Gedeputeerde Staten:
a. indien zij betreffen afschrijving van de post "uitkering van
het batig saldo aan de gemeente";
b. indien zij betreffen af- en overschrijving van en op posten van
de afdeling van kapitaalsinkomsten en uitgaven;
c. in alle gevallen, waarin tevens wijziging van de gemeentebegro
ting plaats zal moeten vinden.
3. De in het tweede lid bedoelde besluiten, die geen goedkeuring be
hoeven, worden aan Gedeputeerde Staten ter kennisneming toegezonden.
Artikel 17
1. Ieder jaar zendt de administrateur vóór 1 april aan Burgemeester en
Wethouders een door hem ondertekende rekening over het vorige dienst
jaar met een toelichtend verslag als bedoeld in artikel 53 van de
"Gemeentelijke Comptabiliteitsvoorschriften"
De rekening wordt door de direkteur voor "gezien" getekend. Deze is
bevoegd bij afzonderlijke nota zijn op- of aanmerkingen ter kennis van
burgemeester en wethouders te brengen.
De direkteur en de administrateur voegen er tesamen of ieder af
zonderlijk een verantwoording bij die zij nodig achten.