Artikel 23
Door de gemeente kan jaarlijks uit haar gewone middelen een bij de be
groting vast te stellen bedrag aan het bedrijf worden uitgekeerd ter
vorming van een reserve voor dekking van eventuele nadelige verschil
len bij gronduitgiften of taxatie, alsmede voor dekking van bijzondere
verliezen uit de grondexploitatie voortvloeiende.
Artikel 24
De door reservering beschikbaar gekomen gelden worden aangewend tot
financiering van het bedrijf. Voor zover het de reserves als bedoeld
in artikel 21, lid 4, en in artikel 23 betreft, wordt daarvoor de
exploitatierekening jaarlijks belast met rente, door de raad te
bepalen, wegens het gebruik van die gelden. Deze rente wordt aan de
betreffende reserves toegevoegd.
De na toepassing van het vorige lid resterende overtollige
financieringsmiddelen worden bij de gemeente belegd. Voor deze
belegging wordt jaarlijks een rente vergoed naar een percentage dat
daartoe door de Raad op basis van de bedrijfseconomische factoren
jaarlijks tegelijk met de vaststelling van de begroting wordt bepaald.
Schatting
Artikel 25
Met de in de artikelen 5, 6 en 7 genoemde en eventueel uit anderen
hoofde nodig geachte schattingen wordt belast een Commissie van
schatting, bestaande uit drie leden waarvan er twee worden benoemd
door de Gemeenteraad en het derde lid door de twee door de
Gemeenteraad aangewezen leden. Kunnen de door de Raad aangewezen
leden niet tot overeenstemming komen omtrent de benoeming van het
derde lid, dan wordt dat lid eveneens aangewezen door de Gemeenteraad.
Van deze schattingen brengt de Commissie een beredeneerd verslag uit
aan Burgemeester en Wethouders dat zij aan de Raad voorleggen en waar
van zij afschrift aan Gedeputeerde Staten zenden.
De verdere regeling met betrekking tot de samenstelling en werkwijze
der Commissie wordt bij nader raadsbesluit getroffen.
Artikel 26
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1988.