-7- Artikel 21 1Indien eigendommen bij uitgifte meer of minder opbrengen dan de kost prijs als bedoeld in artikel 20 wordt het verschil beschouwd als winst of verlies. Indien er minimum gedifferentieerde uitgifteprijzen in de zin van artikel 20, lid 4, zijn vastgesteld, wordt voor de bepaling van de winst of het verlies uitgegaan van deze prijzen. 2. De winsten of verliezen als bedoeld in het vorige lid worden tot zo lang het complex nog niet geheel is uitgegeven geadministreerd op een afzonderlijke rekening, welke voor elk complex wordt aangehouden. 3. Indien en voor zover het saldo van deze rekening niet toereikend is, wordt, indien te verwachten is dat de verliezen niet zullen worden ge compenseerd met winsten met de verkoop van gronden van hetzelfde com plex of andere complexen binnen een redelijk tijdsverloop behaald, een bijdrage verleend uit de reserve als bedoeld in lid 4 van dit artikel. Indien en voor zover deze reserve daartoe niet toereikend is, wordt dit nadelige resultaat door de gemeente in de komende vijf jaar telkens voor een vijfde gedeelte uit haar gewone middelen aan het bedrijf uitgekeerd. 4. Zodra een complex geheel is uitgegeven wordt een batig saldo van de rekening bedoeld in lid 2 van dit artikel, toegevoegd aan de algemene reserve van het bedrijf. 5. Onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten kan de raad besluiten tot uitkering aan de gemeente van een deel van de algemene reserve. Artikel 22 1. De voor de aanleg van straten en wegen, met inbegrip van plantsoenen, parken, speel- en sportterreinen bestemde gronden worden, behoudens het bepaalde in het tweede lid, zonder verrekening met de gemeente uit het bedrijf genomen. De boekwaarde van die gronden wordt gevoegd bij die van de aangrenzende terreinen. 2. Indien plantsoenen, parken, speel- en sportterreinen niet worden aangelegd ten behoeve van het grondcomplex waarin zij komen te liggen, doch voor de behartiging van een algemeen plaatselijk belang, worden de daarvoor bestemde gronden uit het grondbedrijf genomen tegen een in de kostprijsberekening vast te leggen vergoeding. 3. Gronden ten behoeve van de openbare dienst zoals voor scholen, gemeen tehuis, enzovoort worden door de gemeente uit het bedrijf genomen tegen de vergoeding, zoals deze in de kostprijsberekening is vastge legd. 4. De in het tweede en derde lid van dit artikel bedoelde handelingen worden beschouwd als gronduitgiften in de zin van de verordening.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 161