Bij monde van de heer POSTHUMA deelt ook de Partij van de Arbeid in de zorg rond de problematiek in Dorpstraat/Molenstraat. Dat is echter geen reden om af te zien van het treffen van verkeersmaatregelen in oudere woonwijken, maar een voortzetting van een, na vele discussies, geformuleerd beleid. Een ad hoe beslissing tot aanleg van een grotere of kleinere omleiding rond Ulvenhout wordt door zijn fraktie niet ondersteund. Naar de mening van de heer H. VAN GILS moeten saneringsmaatregelen in oudere bestemmingsplannen gewoon doorgang vinden. Deze hebben slechts een betrekkelijk kleine relatie naar de zorgwekkende situatie in Dorpstraat/ Molenstraat. Die zorg is tijdens de verkiezingen uitgedragen en nadien vast gelegd in het collegeprogramma. Spreker ondersteunt de door de heer Van Harten gedane suggesties. De VOORZITTER reageert op de zaken die naar aanleiding van dit voorstel naar voren zijn gekomen. Hij constateert dat de heren Van der Westerlaken en Van Harten een gemeenschappelijke opvatting hebben ten aanzien van het verrichten van studies naar mogelijke alternatieven. In 1989 zal rijks weg 58 gereed zijn. Dat betekent dat de effecten daarvan op Dorpstraat/ Molenstraat in 1990 meetbaar zijn. Afhankelijk van die effectmeting zal een keuze gedaan moeten worden pro of contra een omleiding en pro of contra een forse herinrichting van Dorpstraat/Molenstraat. In het collegeprogramma is vast gelegd dat een definitieve keuze afhankelijk gesteld wordt van de effectmeting. Het College wil vasthouden aan die beleidslijn. Door nu al studies te verrichten naar alternatieven valt een belangrijke tijdwinst te boeken. Veel bouwmaterialen voor zo'n studie zijn reeds aanwezig. De daaruit verkregen visie zal de keuzes in 1991 bespoedigen, waarna de zaak snel ter hand genomen kan worden. De voor zitter stelt voor tijdens de openbare vergadering van de commissie Ruimtelijke Ordening op 22 juni 1987 procedurele afspraken te maken over de te verrichten studies naar een omleiding Ulvenhout en naar een definitieve herinrichting Dorpstraat/Molenstraat, daarbij de hele verkeersproblematiek in Ulvenhout voor ogen houdend. Wethouder VAN GILS laat nog even de voorgeschiedenis van dit voorstel de revue passeren. Na uitvoerige discussies is gekozen voor een structurele aanpak van de herinrichting van oude woonwijken. Dat heeft zijn vertaling gekregen in de meerjarenbegroting. Het zou zeer te betreuren zijn wanneer dit nieuw beleid ongelukkig van start gaat. Er zijn binnen de gemeente heel wat wijken aan te wijzen waar men staat te trappelen van ongeduld. De beschikbare middelen noodzaken echter tot het stellen van prioriteiten. De heer VAN DER WESTERLAKEN zet nog eens uiteen hoe hij aan de koppeling verkeersvoorzieningen Markdal II en problematiek Dorpstraat/Molenstraat is gekomen. Bij hem leeft de vrees dat, wanneer de Provincie haar handen zal terugtrekken van deze problematiek, de gemeente Nieuw-Ginneken de problematiek zelf zal moeten oplossen. De bedragen die daarmee gemoeid zullen zijn, zullen zeer aanzienlijk zijn. Vandaar zijn voorstel daarvoor deze gelden te reserveren, temeer daar er aan de voorgestelde voorzieningen niet zo'n grote behoefte schijnt te bestaan. Daarop aansluitend is zijn voorstel nu daadwerkelijk te beginnen met studies naar de planologische alternatieven. Gezien de toezegging van het College daarover afspraken te maken in de eerstvolgende commissievergadering Ruimtelijke Ordening kan hij alsnog akkoord gaan met het voorstel. De heer VAN HARTEN benadrukt nogmaals zijn steun aan het college-voorstel. Ten aanzien van de studies naar alternatieven voor de oplossing van de verkeersproblematiek in de kom van Ulvenhout vraagt hij het College suggesties

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 176