®s
*K*
qemeente nieuw-qinneken
Raadsvergadering
25 augustus 1987
Agenda Nr.:
Klass. Nr.: -1.778.5
Onderwerp
Voorstel tot vaststelling van het woningbouw
programma 1988 tot en met 1992.
Ulvenhout, 11 augustus 1987
Aan de Raad,
Bij circulaire van 28 april 1987, Mg 87-09 heeft het Ministe
rie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ons
College verzocht om vóór 1 september 1987 voor de invulling van de
planningslij sten Nieuwbouw, Verbouw en Verbetering voor de jaren 1988
tot en met 1992 zorg te dragen.
Voorafgaande aan deze invulling dient het woningbouwprogramma voor ge
noemde jaren, dat de basis vormt voor de planningslijstendoor uw
Raad te worden vastgesteld.
De ingevulde planningslijsten vormen de basis voor de Provin
ciale Volkshuisvestingscommissie ora de provinciale vraag naar woningen
te kunnen bepalen, het zogenaamde programma-advies, en eveneens om een
evenwichtige verdeling van de contingenten te doen plaatsvinden, het
zogenaamde verdeeladvies
Op stadsgewestelijk niveau wordt zowel voor het op te stellen
programma-advies, als voor het op te stellen verdeeladvies een advise
rende en coördinerende rol vervult door de Regionale Volkshuisves
tingscommissie (R.V.C.).
Door voornoemde commissie is geadviseerd over de invulling van
de vragenlijst nieuwbouw, uitgaande van het richtgetal woningbouw, ge
corrigeerd ten gevolge van overschrijding van dit getal in de jaren
1985 tot en met 1987 en de resultaten van de door het Stadsgewest
Breda verrichte aktualisering van het woningmarktonderzoek 1985 d.d.
juni 1987.
De adviezen van de R.V.C. d.d. 25 en 29 juni 1987, alsmede het
geaktualiseerde woningmarktonderzoek 1985 d.d. juni 1987 liggen in het
agenda-dossier voor u ter inzage.
Wij stellen u voor het woningbouwprogramma vast te stellen in
afwijking van voornoemde adviezen, zonder rekening te houden met de
voorgestelde kortingen wegens overschrijding van de richtgetallen in
de voorgaande jaren. Deze overschrijdingen hebben weliswaar plaatsge
vonden, doch hierbij zijn de mogelijkheden welke bij de streekplaneva
luatie aan de stadsregio-gemeenten zijn geboden niet overschreden, zo
dat deze kortingen naar onze mening ten onrechte worden voorgesteld.
Tot het doorvoeren van contingentkortingen bestaat eveneens geen aan
leiding als de woningbouwproductie vanaf 1975 tot 1985 wordt be
schouwd. In deze periode werden 73 woningen minder gebouwd dan volgens
het richtgetal is toegestaan en dit tekort wordt thans ingehaald.