gemeente nieuw-qinneken
De Raad van de gemeente Nieuw-Ginneken
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
gehoord de commissie Openbare Werken;
gelet op de Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huur
woningen 1987 (MG 86-32) verder te noemen "de rijksregeling";
BESLUIT
1. het College van Burgemeester en Wethouders op te dragen de toeken
ning van geldelijke steun voor het treffen van voorzieningen (onder
voorzieningen is hiermede begrepen het treffen van uitsluitend ener
giebesparende maatregelen) aan huurwoningen;
2. Burgemeester en Wethouders wijzen een aanvraag om geldelijke steun
af: a. indien met het treffen van de voorzieningen het belang van de
volkshuisvesting niet of niet voldoende wordt gediend;
b. indien de te treffen voorzieningen niet sober en doelmatig
zijn;
c. indien de kosten van de voorziening niet geacht kunnen worden
in redelijke verhouding te staan tot het te bereiken kwali
teitsniveau na de verbetering;
3. Burgemeester en Wethouders wijzen een aanvraag om geldelijke steun
bovendien af:
a. voor zover de geraamde kosten van de te treffen voorzieningen hoger
zijn dan de kosten van vergelijkbare nieuwbouw, zoals die door de
minister voor de betrokken lokatie binnen de gemeente zijn vastge
steld
b. indien de geraamde kosten van die voorzieningen minder bedragen dan
f 5.000,--;
c. indien binnen 15 volle kalenderjaren (dan wel een kortere terugkom-
tijd, indien die volgens de oude regeling gold) voorafgaand aan de
aanvraag reeds eerder voor het treffen van voorzieningen aan de
woning geldelijke steun is verstrekt;
d. indien ten tijde van de aanvraag reeds een begin met de werkzaam
heden is gemaakt, tenzij met toestemming van Burgemeester en Wet
houders met het oog op de bouwtechnische staat;
e. indien de (eventueel aangepaste) huurprijs vóór het treffen van de
voorzieningen niet ten minste f 120,(in 1988 f 140,en in 1989
f 160,per maand bedraagt bij geraamde kosten van de te treffen
voorzieningen die 80Ï of meer bedragen van de kosten van vergelijk
bare nieuwbouw (zoals vastgesteld door de minister), dan wel een
bedrag dat overeenkomt met het verschil tussen f 120,(in 1988
f 140,en in 1989 f 160,en f 1,per procentpunt onder het
voornoemde percentage van 80;
f. indien de opgegeven huurprijs na verbetering niet is berekend over
eenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Huurprijzenwet woon
ruimten;