Secretaris Bossink heeft diepe sporen achtergelaten in de gemeentelijke
organisatie van Nieuw-Ginneken, waarbij de VOORZITTER de hoop uit
spreekt dat de heer Nuijten, als diens opvolger, de richting van die
sporen zal voortzetten in een eigen vormgeving maar met hetzelfde doel
voor ogen. Nieuw-Ginneken is een fraaie gemeente die een uitdaging in
houdt. Het is een interessante funktie en een eervolle zaak om hier
secretaris te mogen zijn. Spreker wenst de nieuwe secretaris veel geluk
veel genoegen en zegt dat hij het volle vertrouwen van de Raad mee
krijgt.
Namens de Raad wordt de heer Nuijten welkom geheten en
gefeliciteerd door de nestor, de heer PAULUSSEN. Deze spreekt als wens
uit dat heer Nuijten in dezelfde harmonie met de Raad zal kunnen
samenwerken als kenmerkend is voor de samenwerking van de verschillende
frakties binnen deze Raad. De Raad vertrouwt en rekent daarop. De
gelukwensen van de Raad gaan ook uit naar mevrouw Nuijten en de overige
leden van het gezin. Hij heet daarom nu reeds het gezin Nuijten welkom
voor het moment waarop het zich metterwoon in Bavel zal gaan vestigen
zonder daarbij ook Ulvenhout en Galder uit het oog te verliezen.
Door heer NUIJTEN wordt een korte installatierede gehouden
met de volgende inhoud:
Voorzitter, dames en heren leden van de gemeenteraad, aanwezigen op de
tribune
Omstreeks 1720 wordt uit de mond van Cornelis van Aerssen, vrijheer van
Hoogerheide en half Ossendrecht de volgende uitspraak opgetekend:
"Een goede secretaris is een juweel van een dorp, daarom moet men veel
meer letten - en selffs het scrift en cijfferen examineren - op een
aenstellinge van een secretaris als van een scout".
En uit de dorpsrekening van 1729 van Leende ontlenen we dat de gemeen
tesecretaris, naast zijn gebruikelijke traktement, een vergoeding ont
vangt voor de verhuur van een kamer in zijn woonhuis als raadskamer,
voor het "vuur ende licht" als ook een vergoeding voor het aanschaffen
van papier, inkt en ganzeveren.
De taak van de gemeentesecretaris in het huidig tijdsgewricht is
uiteraard een heel andere dan zo'n 250 jaar geleden.
Was de secretaris eertijds de enige functionaris in het bestuur die
bovendien zelf de ganzeveer hanteerde voor het opmaken van de stukken
en geheel alleen de administratie voerde, op dit moment is dat zeker
niet meer het geval.
De secretaris wordt in zijn taakuitvoering bijgestaan door ambtelijke
specialisten op uiteenlopende beleidsterreinen en de ganzeveer is ver
vangen door geautomatiseerde systemen voor de kantooradministratie.
Dit alles vraagt om een andere aanpak, een ander management, opdat de
gemeentelijke organisatie kan functioneren als een open systeem waarbij
bevolking, bestuur en ambtelijk apparaat een duidelijk inzicht kunnen
krijgen in het gemeentelijk handelen en er voor alle betrokkenen
gelegenheid is tot beïnvloeding van het gemeentelijk beleid.
Niet alleen een management dus, gericht op de organisatie zelf, een
interne gerichtheid, maar ook gericht op dienstbaarheid aan de gemeen
schap, een externe gerichtheid.
Dit alles zal ook tot uiting moeten worden gebracht en dat gebeurt dan
door het nader vastleggen van de structuur en de werkwijze van het
ambtelijk apparaat alsmede het actualiseren van de taakregeling van de
gemeentesecretaris