NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD D.D. 25 AUGUSTUS 1987.
Aanwezig
de leden van de Raad:
de dames
F.W.M. Bogmans en Mr. W. Hout-Moermond
de heren
J.B.A. van Gestel, H.M.C.J. van Gils, J.H. van Gils, Drs. A.
van
Harten, A.T.M. van Hulst, F.L.M. Paulussen, J.A. Rops, P.H.M.
Teunissen, J.C. van der Westerlaken, W.Ch. Willemsen, P. van
Yperen
en B. Zwijnenburg;
Voorzitter:
Drs. M.J.H. van de Ven;
Secretaris
Drs. H.W.S.M. Nuijten.
Afwezig
de heer G. Posthuma wegens ziekte.
De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed,
heet eenieder welkom en deelt mede dat de heer Posthuma wegens ziekte is verhin
derd en de heer van der Westerlaken wat later ter vergadering zal komen.
Vervolgens stelt hij aan de orde:
1. NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN 7 JULI 1987.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming worden de notulen on
gewijzigd vastgesteld.
2. INGEKOMEN STUKKEN.
Uit een eveneens onder k. ter inzage gelegde ambtelijke notitie is
het de heer VAN HARTEN gebleken dat, enerzijds er geen klachten bekend zijn ten
aanzien van de hoogte van de eigen bijdrage voor de warme-maaltijdvoorziening
voor ouderen, anderzijds weinig minst draagkrachtige ouderen van deze voorzie
ning gebruikmaken
Wanneer de reden van het laatste is gelegen in de hoogte van die eigen bijdrage
dan heeft zijn fractie geen bezwaar tegen een voorstel tot verlaging van de
eigen bijdrage zoals door het Provinciaal Welzijnsberaad Ouderen gevraagd. Dit
te meer waar dit voorstel wordt ondersteund door DIVOSA.
Wethouder ROPS verklaart dat verlaging van eigen bijdrage voor het
College bespreekbaar is wanneer mocht blijken dat de hoogte daarvan een hinder
paal mocht blijken voor deelname voor bepaalde personen. Overigens is de eigen
bijdrage in de gemeente Nieuw-Ginneken de laagste in de regio.
Hierna worden alle op de agenda geplaatste stukken voor kennisge
ving aangenomen.
3. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN TUSSENTIJDSE REGULARISATIEWIJZIGING VAN DE
BEGROTING 1987.
De toelichting op dit voorstel wekt de indruk dat op een afdeling
doorlopend een uitzendkracht moet worden ingehuurd. Dit kan er, naar het oor
deel van de heer VAN HARTEN, op duiden dat het hier een structureel probleem
betreft. Spreker vraagt zich daarom af of het niet beter is hierin te voorzien
middels een rechtstreeks dienstverband.
De VOORZITTER antwoordt dat deze situatie op korte termijn zal wor
den bezien in samenhang tot andere personele mutaties zoals die te verwachten
zijn binnen dezelfde sector.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agen
da is voorgesteld.