qemeente nieuw-qinneken
X K
y Raadsvergadering
30 oktober 1987
Agenda Nr.: 1
Klass. Nr.: -2.08.17
Onderwerp
Voorstel tot vaststelling van de 32e wijziging
van het "Algemeen Ambtenarenreglement" van
de gemeente Nieuw-Ginneken
Ulvenhout, 13 oktober 1987
Aan de Raad,
In een viertal circulaires worden door het College voor Ar
beidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aanbevelingen
gedaan om het "Algemeen Ambtenarenreglement" (A.A.R.) op diverse pun
ten te wijzigen:
1. Circulaire 3 september 1987 (aanpassing artikel E15lid 3 A.A.R.
Artikel E15 van het A.A.R. is een van de artikelen uit de paragraaf
"Aanspraak op laatstelijk genoten bezoldiging of uitkering bij ziekte
van de gewezen ambtenaar". De ontslagen ambtenaar die zowel voor dat
ontslag als erna ziek is behoudt gedurende de ziekteperiode na het
ontslag zijn bezoldiging tot uiterlijk één jaar. Indien na het ontslag
recht bestaat op een invaliditeitspensioen ingevolge de Algemene bur
gerlijke pensioenwet dan geldt een termijn van twee jaar. De hoogte
van de bezoldiging bedraagt gedurende de eerste 18 maanden, na de
maand waarin de verhindering wegens ziekte is ontstaan, 100? en daarna
80?.
Het derde lid van dit artikel, en daar gaat de voorgestelde wijziging
over, regelt de situatie als de gewezen ambtenaar na de aanvang van
zijn ongeschiktheid nog voor ten minste 45? van de voor hem geldende
werktijd tot de datum van zijn ontslag zijn betrekking heeft vervuld.
In deze situatie wordt de aanvang van zijn ongeschiktheid gesteld op
de datum van zijn ontslag. Eerst op deze ontslagdatum vangt de (maxi-
mum-)periode van 18 maanden naar een percentage van 100? bezoldiging
aan, waarna vervolgens nog 6 maanden van 80?. Wanneer de ambtenaar
geen recht op een A.B.P.-invaliditeitspensioen heeft, kan hij aan
spraak maken op maximaal 12 maanden 100? van de bezoldiging.
Wanneer nu een ambtenaar 1 week 100? ongeschikt is, vervolgens 1 jaar
voor 80? zijn functie vervult, en vervolgens 1 week (tot de datum van
zijn ontslag) weer 100? ongeschikt is, dan beginnen eerdergenoemde
termijnen van 24 maanden respectievelijk 12 maanden te lopen met in
gang van de eerste 100? ongeschiktheidsperiode. Wanneer de ambtenaar
echter 1 week 100? ongeschikt is geweest, en vervolgens tot de datum
van het ontslag voor 50? zijn functie vervuld heeft, dan heeft hij
vervolgens nog recht op (maximaal) 24 maanden bezoldiging.