In dit laatste geval is de werkgever in de praktijk veel minder ver
zekerd geweest van de beschikbaarheid van de ambtenaar, terwijl deze
toch gedurende een veel langere tijd verzekerd is van aanvulling op
zijn inkomen. Door de voorgestelde wijziging van het A.A.R. wordt de
(onbedoelde) onvolkomenheid weggenomen.
Hiermede wordt voorkomen dat de ambtenaar benadeeld wordt door het
feit dat hij niet tot de datum van ontslag voor ten minste 45? heeft
gewerkt
2. Circulaire 3 september 1987 (wijziging artikel E23 A.A.R.
In artikel E23 gaat het om een op zichzelf staande uitkering boven het
invaliditeitspensioen, in geval de invaliditeit "in en door de dienst"
is opgelopen ter grootte van 12 1/2% van evengemeld invaliditeitspen
sioen. Op deze manier wordt bereikt dat bij een invaliditeitspensioen
80%de uitkering als gevolg van dit artikel (12 1/2%) in totaal
90Ï (van de middelsom) door de ambtenaar wordt ontvangen. Bij lagere
invaliditeitspercentages wordt de uitkering op grond van deze circu
laire aangepast.
Door de verlaging van de invaliditeitspensioenen met '\0% is de uitke
ring van 12,5% zoals hierboven bedoeld niet meer toereikend om voor de
80% of meer arbeidsongeschiktverlaarden tot een uitkering van 90% (van
de middelsom) te komen; door het percentage van 12,5% te brengen op 18
is zulks weer wel het geval en daartoe strekt de wijziging van het
A.A.R. op dit onderdeel.
3. Circulaire 25 juni 1987 (vernieuwing artikel E32 A.A.R.).
Vanaf 1 juni 1985 wordt de premie A.O.W.-A.W.W. op het salaris van de
ambtenaar ingehouden. Voor deze inhouding is destijds een compensatie
verleend in het brutó-loon. Als gevolg van het premie-verhaal wordt
(ook) over het werkgeversaandeel in de ziektekostenverzekering (in dit
geval: de aan het Instituut Ziektekostenvoorziening Ambtenaren ver
schuldigde premie) premie A.O.W.-A.W.W. berekend en verhaald. Dit
laatste nu in tegenstelling tot het rijkspersoneel, voor welk perso
neel premie-(A.O.W.-A.W.W.heffing over het werkgeversaandeel in de
ziektekostenvoorziening is uitgesloten. Welnu om deze ongelijke behan
deling te compenseren is in het A.A.R. (artikel E32) een bepaling op
genomen op grond waarvan jaarlijks een toelage wordt toegekend tot een
vast bedrag dat jaarlijks wordt vastgesteld in het centraal overleg
van Nederlandse Gemeenten en de tot dat overleg toegelaten centrales
van overheidspersoneel.
Voormelde methodiek van berekening was omslachtig en onzuiver. Het
voorgestelde nieuwe artikel voorziet in een meer structurele en op de
specifieke fiscale situatie van de ambtenaar toegesneden toelage-bere
kening die ook daadwerkelijk compenseert hetgeen na de A.O.W.-A.W.W.-
operatie voor rekening van de ambtenaar is gekomen.
M. Circulaire 25 juni 1987 (aanvulling artikel F11 A.A.R.).
Op grond van artikel F11lid 2 kan de ambtenaar worden verplicht zich
beschikbaar te houden voor ander dan tot zijn oorspronkelijke functie
behorend werk al of niet buiten de voor zijn betrekking vastgestelde
werktijden. De hiermede verband houdende beloning behoort sinds 1
januari 1986 niet meer tot het ambtelijk inkomen in de zin van de Al
gemene burgerlijke pensioenwet.