gemeente nieuw-qinneken
Raadsvergadering Onderwerp:
10 maart 1987 Voorstel tot vaststelling van:
- 31e wijziging algemeen ambtenarenreglement
Agenda Nr.: 4 - 6e wijziging wachtgeldverordening
- 10e wijziging uitkeringsverordening
Klass. Nr.: -2.08.17 - 2e wijziging van de verordening, regelende
het toekennen van een tegemoetkoming in
bovenmatige ziektekosten aan enkele groepen
van I.Z.A.-deelnemers
Ulvenhout, 17 februari 1987
Aan de Raad,
Onlangs is een aantal belangrijke wijzigingen van de Algemene
burgerlijke pensioenwet tot stand gekomen. Deze wijzigingen zijn een
gevolg van een viertal wetten, te weten:
- Wet 25-jarigen regeling;
- Wet bezuinigingen;
- Wet deeltijdarbeid;
- Wet invoering franchisesysteem.
Wet 25-jarigen-regeling
Deze wijziging is per 1 oktober 1986 in werking getreden. De wijziging
houdt in dat een leeftijdsgrens van 25 jaar is ingevoerd, onder welke
leeftijd voortaan géén ouderdomspensioen meer wordt opgebouwd.
Degenen, die nog geen 25 jaar zijn, worden in de nieuwe situatie wel
ambtenaar in de zin van de A.B.P.-wet en hebben dan ook uitzicht op
een invaliditeitspensioen bij een eventuele afkeuring wegens ziekte of
gebreken. Bovendien bestaat er aanspraak op een weduwen- en wezenpen
sioen, indien de ambtenaar voor het bereiken van de 25-jarige leeftijd
overlijdt. De door betrokkenen voor bedoelde risico's te betalen pen
sioenpremie is vastgesteld op 1ï van het ambtelijk inkomen.
Belanghebbenden, die al A.B.P.-ambtenaar zijn vóór het tijdstip van
inwerkingtreding van de wijziging, blijven ouderdomspensioen opbouwen,
ongeacht de leeftijd.
Wet bezuinigingen
Deze wet bevat een aantal wijzigingen dat op zich los staat van elkaar
doch die alle een bezuiniging beogen. Per 1 juli 1986 is deze wet met
terugwerkende kracht tot 1 januari 1986 in werking getreden. De
voornaamste wijzigingen zijn:
1. In zijn algemeenheid zijn de pensioenen die het A.B.P. uitkeert
gebaseerd op het "eindloon". In de oude regeling werden hierbij
niet-vaste inkomsten tot het ambtelijk (pensioen) inkomen gere
kend. Hierdoor werd door min of meer toevallig genoten inkomsten
het te betalen pensioen hoger. In de nieuwe regeling zijn deze
niet-vaste inkomsten van het ambtelijke inkomen uitgezonderd. Dit
betekent dat over deze inkomsten géén pensioenpremie wordt inge
houden, doch ook dat bij een toe te kennen pensioen deze inkomsten
niet worden 'meegenomen'.