-10-
Overigens is de vergunning verleend tot april 1989 omdat dan een alternatieve
locatie op de Maasvlakte gereed zal zijn.
Inmiddels heeft er overleg plaatsgevonden met de GrontmijDe Grontroij heeft
geen acceptatieplicht zodat vrachten geweigerd kunnen worden. De Grontmij is be
reid om over elke vracht die aangeboden wordt vooraf overleg te plegen met het
Stadsgewest Breda en de gemeente Nieuw-GinnekenMen is bereid als criterium aan
te houden de uitgangspunten van het Stadsgewest en de Provincie hetgeen betekent
de eigen regio. Wellicht kan deze regio iets ruimer gesteld worden dan het
Stadsgewest Breda, nl. West-Brabant omdat in de hele Provincie Noord-Brabant
slechts twee stortplaatsen aangewezen zijn.
Tot op de dag van vandaag is door Grontmij nog geen gebruik gemaakt van de
vergunning, met andere woorden er is nog niets gestort. Er ligt slechts een
aanvraag die in behandeling is van een bedrijf uit Geertruidenberg en dat is
binnen het Stadsgewest Breda. Daarvan mag worden aangenomen dat het te zijner
tijd zal worden gestort.
Voor wat betreft overige afvalstoffen is in de door Gedeputeerde Staten verleen
de Afvalstoffen-vergunning bepaald dat alleen afvalstoffen uit het Stadsgewest
Breda mogen worden verwerkt.
Aan de motie zoals die is ingediend door de C.D.A.-fractie heeft het College
enerzijds geen behoefte maar anderzijds bestaat daartegen ook geen bezwaar. De
daarin vertolkte beleidslijnen stroken geheel met die van het College.
Onder het hoofdstuk Volkshuisvesting wordt door menige fractie ge
signaleerd dat Nieuw-Ginneken klem komt te zitten tussen de richtgetallen en de
reële woningbehoefte. Het geringe aantal woningen dat gebouwd mag worden zou er
toe kunnen leiden dat met name in Bavel bepaalde straten ongewenst lang het ka
rakter zullen blijven houden van bouwstraat. Het College heeft daar alle begrip
voor en zal daarmee zoveel mogelijk rekening houden maar zal dat niet altijd
kunnen voorkomen. Gezien de lage rentestand onderzoekt het College de mogelijk
heid om te komen tot de ongesubsidieerde bouw van vrije-sector-woningen voor
starters en anderszins. Het College is overigens dankbaar voor de steun uit de
gehele Raad voor het streven het aantal jaarlijks te bouwen woningen af te stem
men op de werkelijke behoefte aan bouwgrond van mensen die voldoen aan de door
de Raad vastgestelde richtlijnen en niet op de door het Stadsgewest en de Pro
vincie vastgestelde richtgetallen. Het College staat daarbij een evenwichte
spreiding over de kernen Bavel, Galder en Ulvenhout voor ogen.
De behoefte aan bouwgrond laat zich verdelen over 144 kandidaten voor uitslui
tend een premie-koopwoning, 34 kandidaten voor een premie-koopwoning danwel
bouwgrond, totaal 178. Deze categorie is verder te verdelen naar 73 bewoners van
een huurwoning, 99 starters, 6 economisch gebondenen. Verdeeld naar voorkeur van
vestiging betekent dit 88 kandidaten voor Bavel, 44 voor Ulvenhout, 22 voor Gal
der en 24 hebben geen voorkeur uitgesproken.
Onder de kop Financiën wordt de aandacht gevestigd op de opvang van
toekomstige tekorten. Met de Raad is het College van mening dat de gemeentelijke
huishouding sluitend moet worden gehouden. Allereerst door de kosten in de hand
te houden middels efficiëncy-verbetering. Daarnaast valt aan een geringe aanpas
sing van de gemeentelijke belastingen niet te ontkomen. Zo'n verhoging kan beter
geleidelijk aan gaan dan schoksgewijs. De tarieven zouden daarbij enigszins af
gestemd kunnen worden op die van de ons omringende gemeenten.
Het C.D.A. signaleert dat waar de gemeente zelf probeert de uitgaven in te per
ken de kosten van gemeenschappelijke regelingen de pan uit rijzen. Inderdaad
zijn de kosten van Woonwagenschap Breda in de afgelopen twee jaar met 25$ geste
gen. De oorzaak daarvan is gelegen in het ook door Nieuw-Ginneken onderschreven
spreidingsbeleidBij het Stadsgewest Breda zijn enerzijds de kosten van de Al
gemene Dienst met 26$ gestegen maar anderzijds die van de Gezondheidsdienst met
15$ gedaald.