11. VOORSTEL TOT GRONDVERKOOP AAN VAN BOXEL B.V. AUTOSCHADE, PER ADRES WILLEM
VAN ORANJELAAN TE BREDA.
De heer VAN DER WESTERLAKEN stelt dat een van de voorwaarden voor
de verkoop van grond op het Bedrijventerrein altijd is geweest dat toekomstige
bedrijven geen milieuhinder zouden opleveren. Hij vraagt zich af of aan die
voorwaarde bij vestiging van dit bedrijf wordt voldaan.
Wethouder VAN GILS antwoordt dat in het kader van de Hinderwet aan
een autospuitkabine zodanige voorwaarden kunnen worden verbonden dat daarvan
geen overlast valt te vrezen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agen
da is voorgesteld.
12. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE AANKOOP VAN EEN
TRACTOR.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals
op de agenda is voorgesteld.
13. VOORSTEL OM IN TE STEMMEN MET DE EINDRAPPORTAGE HAALBAARHEIDSONDERZOEK
GELUIDHINDERRECREATIE STADSGEWEST BREDA.
De heer ZWIJNENBURG vraagt of aanvaarding van dit voorstel ook be
tekent dat na zo'n uitgebreid onderzoek een en ander ook op korte termijn gerea
liseerd zal worden.
Wethouder VAN GILS kan daarvoor geen garanties geven. Het Stadsge
west Breda heeft een kostbaar onderzoek ingesteld naar moeilijk inpasbare spor
ten en vraagt haar aanbevelingen over te nemen. Er zijn echter twijfels over de
doorgang van een en ander nu het er alle schijn van heeft dat de gemeente Oos
terhout geen medewerking zal verlenen aan dat deel van het plan wat op haar
grondgebied betrekking heeft; hetgeen direkte gevolgen kan hebben voor de overi
ge terreinen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agen
da is voorgesteld.
14. VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING EN HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN
KREDIET WEGENS DE UITBREIDING EN AANPASSING VAN DE BASISSCHOOL "DE ROSMOLEN"
TE ULVENHOUT
De heer VAN DER WESTERLAKEN signaleert dat de meest recente progno
ses van het Etin en het Centraal Bureau Katholiek Onderwijs tot het jaar 2000
uitgaan van een behoefte aan 10 lokalen voor deze fusie-school. Hij vraagt daar
om het College haar prognoses op korte termijn bij te stellen aan de hand van de
meest recente cijfers voor de toekomstige ontwikkeling van Ulvenhout. Daarna kan
dan bepaald worden of voor de definitieve lokatie een of twee lokalen en een
speel-werklokaal bijgebouwd moeten worden.
De heer TEUNISSEN gaat akkoord met dit voorstel waarbij hij zich
baseert op mededelingen in de commissies Welzijn en Financiën dat dit voorstel
tot stand is gekomen in overeenstemming met het schoolbestuur. Het wekt echter
zijn bevreemding dat het benodigde krediet onvoldoende duidelijk in dit voorstel
wordt weergegeven.