-16-
Het vrijkomende kapitaal zal benut moeten worden ter aflossing van de restant
schuld. Ook voor oudere woningen is vaak een nieuwe lening gesloten ter finan
ciering van woningverbetering. Mocht er tenslotte toch geld overblijven dan ver
dwijnt dit in de algemene bedrijfsmiddelen van Woningbouwvereniging St. Lauren-
tius en heeft de gemeente geen zeggenschap over de besteding daarvan. Zelfs al
zou er kapitaal beschikbaar zijn dan nog zal het onmogelijk zijn daarvoor onge
subsidieerd vergelijkbare woningen terug te zetten. Een poging daartoe in de ge
meente Breda heeft schipbreuk geleden. De resultaten zijn niet florissant te
noemen.
In de Algemene Beschouwingen zijn door de Partij van de Arbeid har
de uitspraken gedaan over de woningtoewijzing, dit naar aanleiding van de dis
cussie daarover in de commissie Welzijn. Het C.D.A. noemt nu een aantal aspecten
waarover die discussie had kunnen gaan. Zijn fraktie heeft gereageerd op datgene
waarover het ging in de betreffende commissie-vergadering. Gemeentebelangen
Bavel ziet niet zcTTr verschil tussen de woningtoewijzing vroeger en nu, het eni
ge verschil is dat er nu van een computer gebruik gemaakt wordt. Met een ge
systematiseerde woningtoewijzing wordt door zijn fraktie bedoeld objectieve cri
teria vast te stellen om daarmede inzichtelijk te maken naar iedereen die met
woningtoewijzing te maken heeft in welke volgorde de woningen worden toegewezen;
het gaat daarbij niet om het hulpmiddel maar om vaststelling van heldere crite
ria.
De heer TEUNISSEN brengt bij interruptie naar voren dat daarmede de
wijze van woningtoewijzing in twijfel wordt getrokken.
De heer POSTHUMA antwoordt dat hij in het verleden geen twijfels
heeft uitgesproken over die integriteit en hij doet dat ook nu niet. Zijn
fraktie pleit alleen al jaren voor een objectieve registratie gekoppeld aan een
objectief woningtoewijzingssyteem. Als argument daarvoor geldt dat het inzichte
lijkheid verschaft aan de mensen waaraan zij toe zijn, waarom zij nog niet in
aanmerking komen en andere wel. Daarnaast is het een goed instrument in handen
van degene die die woningen moet toewijzen. Twijfels over de objectiviteit van
degene die tot dan toe die woningen toewijst is daarbij nooit aan de orde ge
weest. In het antwoord van het College wordt gesteld dat de woningtoewijzing
niet gezien wordt als een taak van het College. De Partij van de Arbeid ziet de
noodzaak tot instelling van een commissie daarvoor niet in. Op tal van terreinen
worden binnen de Raad besluiten genomen, wordt de uitvoering daarvan opgedragen
aan Burgemeester en Wethouders en vindt vervolgens de daadwerkelijke uitvoering
plaats binnen de ambtelijke organisatie; over het algemeen op uitstekende wijze.
Zijn fraktie ziet niet in waarom dit voor dit onderwerp niet het geval zou kun
nen zijn. Het moet zeer wel mogelijk zijn in de Raad de toewijzingscriteria vast
te stellen, de toewijzing binnen die criteria op te dragen aan de ambtelijke or
ganisatie, knelpunten en gewenste uitzonderingen voor te leggen aan Burgemeester
en Wethouders en periodiek te rapporteren aan de Raad via de commissie Welzijn,
mede om te beoordelen of de richtlijnen bijstelling behoeven.
Resteren hem nog de vragen in welke volgorde aanvragen om bouwgrond
worden afgehandeld en of het aanbeveling verdient daarin wat systeem aan te
brengen. Ook de vraag naar verhuisbewegingen vanuit huurwoningen is onbeantwoord
gebleven. Zijn fraktie kan op dat moment nog geen beslissing nemen over het in
stellen van een milieu- en parkeerwachter maar stelt al wel voor deze figuur
leefbaarheidskoddebeier toe te dichten in het geval hij er wel mocht komen.
Hierna schorst de VOORZITTER de vergadering voor een pauze
Na heropening van de vergadering antwoordt het College in tweede
termijn.
Voorafgaande aan beantwoording van de vragen en opmerkingen in
tweede termijn zegt de VOORZITTER dat deze beantwoording zich zal beperken tot
de hoofdlijnen. Detailvragen moeten gesteld worden tijdens de behandeling van de
betreffende onderwerpen in de commissies en in de Raad. In derde termijn reste
rende vragen zullen door het College schriftelijk beantwoord worden.
