Dit Dorpsplan kende drie potentiële bouwlokaties.
Lokatie I in de driehoek gelegen tussen de Leeuwerik, Middeltiend en de
Galderseweg.
Lokatie II langs weerszijden van de Ballemanseweg en
lokatie III ten westen van de St. Jacobsstraat ter hoogte van de Leeuwerik.
De bouwlokaties II en III vinden in de ogen van de P.P.C. geen genade; verwezen
wordt naar lokatie I. Juist in dit gebied zijn de gronden gelegen tot verkoop
waarvan het College voorstelde en waarop een hoveniersbedrijf gevestigd zou wor
den. Zoals het zich nu laat aanzien zal de gemeente die gronden nodig hebben
voor toekomstige woningbouw. Om die reden kan dit voorstel geen doorgang vin
den. Het College zal samen met het Stadsgewest nagaan waarom zo negatief is ge
adviseerd op het Dorpsplan Galder.
Deze afwijzing van het Dorpsplan komt voor de heer WILLEMSEN als
een volslagen verrassing. Juist op het moment dat de vergrijzing in Galder wordt
teruggedrongen en het aantal jeugdigen weer wat toeneemt komt dit Dorpsplan tot
stilstand. Dit zal onherroepelijk leiden tot vertraging in de ontwikkeling van
Galder. De bestaande lokaties zijn nagenoeg volgebouwd en de ontwikkeling van
een nieuw bestemmingsplan zal zeker 2 jaar kosten. Daarom vraagt hij het College
in de volgende raadsvergadering een procedure-voorstel voor de ontwikkeling van
een bestemmingsplan aan de orde te stellen.
De heer VAN HARTEN ondersteunt de vraag van de heer Willemsen, dit
in het belang van een evenwichtige opbouw van de bevolking te Galder en daarmee
van het welbevinden in dat gemeentedeelEr is een grote betrokkenheid geweest
vanuit de Galderse bevolking bij de ontwikkeling van het Dorpslan. Dat recht
vaardigt een tijdige en zo volledig mogelijke informatie van die betrokkenen
door de gemeente.
De heer VAN YPEREN vraagt op welke wijze de Raad inzicht krijgt in
de motivatie van de P.P.C.
De VOORZITTER volstaat in het kader van de behandeling van het
voorliggende voorstel met een verwijzing naar de brief van de P.P.C. welke voor
alle raadsleden ter inzage ligt. Het College voorziet voldoende mogelijkheden om
de komende jaren te kunnen bouwen in de richting zoals die nu door de P.P.C.
wordt aangegeven. Ook het College is de mening toegedaan dat het zeer moeizaam
op gang gebrachte bouwstroompje in Galder niet mag opdrogen. Het College zal
daartoe overleg gaan voeren met alle betrokkenen, te weten de P.P.C., het Stads
gewest, de Werkgroep Dorpsplan Galder en de stedebouwkundigeen zal daarover in
de eerstvolgende raadsvergadering mededeling doen. In eerste instantie zal een
kopie van de brief van de P.P.C. worden toegezonden aan alle leden van de werk
groep en zodra er meer informatie voorhanden is zal deze bijeen worden geroepen.
Het voorstel wordt teruggenomen.
12. VOORSTEL TOT HET MACHTIGEN VAN TWEE AMBTENAREN OM DE GEMEENTE TE VERTEGEN
WOORDIGEN TIJDENS EEN ZITTING VAN DE RAAD VAN STATE (BEROEP BOSWET).
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals
op de agenda is voorgesteld.
13. VOORSTEL TOT HET ONGEGROND VERKLAREN VAN HET BEROEPSCHRIFT VAN DE HEER
S.J.M. GEERTS, VINKENBOS 11 TE ULVENHOUT TEGEN WEIGERING BOUWVERGUNNING.
De heer VAN YPEREN vertolkt het advies van de beroepscommissie.
Betrokkene heeft een bouwvergunning aangevraagd voor een aanbouw aan zijn woning
waardoor de voorgevelrooilijn overschreden zou worden. Het geldende bestemmings
plan laat dat niet toe en ook bij toekomstig beleid zal dat niet zijn toege
staan. De bouwvergunning is dan ook terecht geweigerd.
De heer H. VAN GILS is van mening dat de gemeente niet altijd star
moet vasthouden aan de regelgeving. Een overschrijding van de voorgevelrooilijn
met 1,5 m door de aangevraagde carport zal, gelet op de bebouwde omgeving, niet
tot onaanvaardbare situaties leiden.
De heer VAN GESTEL pleit in tegenstelling tot voorgaande spreker
voor een stringenter toepassen van de bouwvoorschriften, met name op het punt
waar zonder vergunning zaken worden gerealiseerd welke niet zijn toegestaan.