55.
gemeente nieuw-qinneken
Raadsvergadering
24 mei 1988
Agenda Nr6
Klass. Nr.: -1.778.545
Onderwerp:
Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst
met de woningbouwvereniging St. Laurentius te
Breda om te komen tot een evenwichtige verde
ling van huurwoningen in de sociale sector op
basis van een daarbij behorend puntensysteem.
Ulvenhout, 10 mei 1988.
Aan de Raad
In de motie van 29 april 1986 is ten aanzien van de woonruimte
verdeling als programmatisch uitgangspunt het volgende uitgesproken:
"Nagegaan dient te worden in hoeverre een te ontwikkelen puntensysteem,
"te hanteren door een in te stellen commissie voor de woonruimteverde
ling een garantie kan zijn voor een objectieve en rechtvaardige verde
ling van de woonruimte".
Tot tweemaal toe is nadien in de commissie voor Welzijnszaken een ont-
werp-voorstel behandeld dat zich enerzijds richtte op het vaststellen
van inschrijvings- en toewijzingscriteria en anderzijds de samenstel
ling en bevoegdheden regelde van een woonruimteverdelingscommissie.
De behoefte aan een geobjectiveerd inschrijvings- en toewij
zingssysteem deed zich in de laatste maanden echter steeds indringender
voelen. Dit gevoegd bij de wensen geuit bij de jongste algemene be
schouwingen door verschillende raadsfracties, heeft ons aanleiding ge
geven het thans voorliggende voorstel aan u aan te bieden. Dit voorstel
beoogt enerzijds het verschaffen van inzicht in de verantwoordelijkhe
den op het gebied van de woonruimteverdeling, anderzijds wil het een
concreet instrumentarium bieden voor de woonruimteverdeling in de toe
komst
Naast het rijk en de provincie, die financiële en ruimtelijke
voorwaarden stellen, vervult de gemeente een centrale rol in het volks
huisvestingsbeleid. Immers de gemeente bepaalt waar wordt gebouwd en in
welke typen en financieringsvormen er wordt gebouwd. Eveneens wordt het
algemeen tot de verantwoordelijkheid van de gemeente gerekend dat er
een rechtvaardige verdeling plaatsvindt van de woningen, met name in
tijden en omstandigheden waarin het marktmechanisme zou leiden tot ach
terstelling van zwakkere groepen woningzoekenden. De verantwoordelijk
heid van het gemeentebestuur mag evenwel niet zo worden geïnterpret-
teerd dat de gemeente dan ook de individuele toewijzingen ter hand gaat
nemen. Die specifieke taak is, tenzij vrijwillig wordt afgezien van de
bevoegdheid, weggelegd voor de woningcorporaties, welke hun bestaans
recht ontlenen aan het "Besluit Toegelaten Instellingen".Aan de hand
daarvan wordt algemeen geconcludeerd dat de toegelaten instelling het
primaat heeft voor niet alleen het bouwen en beheren maar ook voor het
verdelen van woningen. Deze opvatting brengt de gemeente en de corpora
tie niet tegenover elkaar; integendeel, er is sprake van een complemen
taire werking. Vanuit deze visie beschouwt men het als taak van de lo
kale overheid om het beleid te formuleren, regels te stellen, criteria
te benoemen, toezicht uit te oefenen en te controleren op basis van
door de corporatie overgelegde verslagen, terwijl de corporatie zich in
het kader van haar beheersverantwoordelijkheid bezighoudt met de feite
lijke uitvoering van het verdelingsbeleid