gemeente nieuw-qinneken
De Raad van de gemeente Nieuw-Ginneken;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 ja
nuari 1988, nr. 3;
gelet op de aanbeveling van het College voor Arbeidszaken
d.d. 25 november 1987 nr. OPZ/10173/10174;
BESLUIT:
vast te stellen de navolgende (34e) wijziging van het "Algemeen Ambte
narenreglement" van de gemeente Nieuw-Ginneken;
Artikel 1
De tekst van artikel C11 wordt vervangen door de navolgende:
"het bepaalde in de artikelen C6 tot en met C10 is van overeenkomstige
toepassing ten aanzien van:
a. de ambtenaar die is te werk gesteld in de zin van artikel 9 van de
Wet Gewetensbezwaren militaire dienst (Stbl. 1962, 370, sedertdien
gewijzigd)
b. de ambtenaar die in werkelijke dienst is op grond van een verbinte
nis bij het Korps Nationale Reserve"
Artikel 2
1. In artikel D4, lid 4 sub a, wordt de zinssnede "in de zin van arti
kel 8 en 9" gewijzigd in "in de zin van artikel 9";
2. In artikel D4, lid 4 sub b, wordt de zinssnede "in de zin van arti
kel 8 of artikel 9" gewijzigd in "in de zin van artikel 9".
Artikel 3
1. In artikel E13lid 2 sub b (van het nieuwe hoofdstuk E), wordt
achter "E5, lid 2," toegevoegd "E7, lid 1,";
2. Aan artikel E13, lid 2 (van het nieuwe hoofdstuk E) wordt een nieuw
lid toegevoegd:
"f. de ambtenaar door zijn toedoen er oorzaak van is dat controle
bij ziekte niet kan plaatshebben";
3. In artikel E25, lid 3 (van het nieuwe hoofdstuk E) wordt achter de
woorden "als gezinslid deelnemer zijn" de punt vervangen door een
komma en worden toegevoegd de woorden: "alsmede het ouderdomspen
sioen en de vakantie-uitkering krachtens de Algemene Ouderdomswet
die een gezinslid geniet".
Artikel 4
Artikel H7 wordt gewijzigd als volgt:
a. de leden 2, 3> en 5 worden vernummerd in 3, 4, 5 en 6;
b. ingevoegd wordt een nieuw lid 2, luidende": "ontslag op een van de
in het vorige lid genoemde gronden kan slechts plaatsvinden, indien
het na een zorgvuldig onderzoek niet mogelijk is gebleken om de
ambtenaar binnen de openbare dienst van de gemeente andere mede in
verband met zijn persoonlijkheid en omstandigheden voor hem passen
de werkzaamheden op te dragen, dan wel indien deze zodanige werk
zaamheden weigert te aanvaarden. Bij het opdragen van passende
werkzaamheden zal, teneinde het ontstaan dan wel het vergroten van
feitelijke ongelijkheden tegen te gaan, uitgangspunt zijn, dat
voorrang wordt gegeven aan vrouwelijke ambtenaren";
c. aan het slot van lid 3 wordt toegevoegd de zin: "Voor de berekening
van het aantal jaren in overheidsdienst wordt mede in aanmerking
genomen tijd gewijd aan de verzorging van tot het huishouden van de
ambtenaar behorende 0-4 jarige eigen, stief- of pleegkinderen, tot
een maximum van in totaal zes jaren".