-5-
16. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR EEN PERCEEL AAN
DE SEMINARIEWEG TE BAVEL (PERCEEL PATERS H.HHARTEN).
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals
op de agenda is voorgesteld.
17. VOORSTEL TOT HET ONGEGROND VERKLAREN VAN HET BEROEP INGESTELD DOOR DE HEER
CHRISTIANEN TE GALDER TEGEN EEN OPGELEGDE HERPLANTPLICHT - INSTANDHOUDINGS
PLICHT.
De heer ZWIJNENBURG gaat akkoord met dit voorstel. Tijdens de uit
gebreide behandeling ervan in de commissie zijn de argumenten van het College
reeds onderschreven. Ten aanzien van het verzoek om uitstel van de herplant
plicht zou het College nog nadere inlichtingen verschaffen.
De heer VAN HULST pleit voor een snel en adequaat ingrijpen door de
gemeente zodra clandestiene vellingen met deze omvang worden gesignaleerd. Hij
vreest dat men anders geneigd zal zijn steeds verder te gaan.
De heer H. VAN GILS is van mening dat het College er goed aan doet
tal van ontwikkelingen in dit gebied goed in het oog te houden. Daarnaast vraagt
hij zich af of het wellicht ook aanbeveling verdient de totale bestemming van
dit gebied eens in heroverweging te nemen.
De VOORZITTER antwoordt dat de mededelingen die de heer Zwijnenburg
bedoelt nu niet gedaan kunnen worden. De onderhandelingen daarover worden in de
komende maanden gevoerd. Er doen zich in dit gebied tal van problemen voor welke
het College zorgen geven. Lange tijd is geprobeerd middels overleg ongewenste
ontwikkelingen te voorkomen. Meer recent is het College tot het inzicht gekomen
dat aan direkt ingrijpen niet altijd valt te ontkomen. Een heroverweging op de
bestemming van dit totale gebied komt ook het College als gewenst voor; zonder
dat daarmee overigens gezegd wordt dat deze een andere zou moeten zijn.
De heer ZWIJNENBURG betreurt dat met het overleg met Breda over de
toekomstige bestemming geen vorderingen zijn gemaakt. De handelwijze van de or
ganisator van de manifestatie Breda Paard wordt door hem veroordeeld; wat de ge
meente haar eigen burgers niet toestaat moet zij ook deze organisatie niet toe
staan. Een heroverweging van het bestemmingsplan tenslotte dient elke 10 jaar
plaats te vinden.
De VOORZITTER antwoordt dat organisatoren van grote evenementen in
deze gemeente eenzelfde behandeling krijgen als de individuele burger. Wanneer
zich binnen een bepaald gebied planologische problemen voordoen is het logisch
dat daaraan bij voorrang aandacht wordt besteed.
De heer VAN GESTEL merkt op dat de belangen van landbouw en natuur
vaak met elkaar in conflict komen. Deze conflictsituatie doet zich ook binnen
dit gebied voor en zal bij een heroverweging opnieuw aan de orde komen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agen
da is voorgesteld.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor een korte koffie-pauze
Na heropening van de vergadering stelt de VOORZITTER aan de orde:
18. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TERZAKE VAN DE
ONTWIKKELING VAN EEN CENTRUM-PLAN TE ULVENHOUT
De heer VAN HARTEN bevestigt dat dit voorstel in zijn uiteindelijke
vorm eerst laat door de raadsleden is ontvangen. Alle ins en outs van de samen
werkingsovereenkomst zijn door hem niet op hun juridische waarde getoetst. Er
leeft bij hem een drietal vragen. Stemt het plan in essentie nog overeen met de
maquette zoals die aan de Raad is getoond?