Op welke wijze wordt de toewijzing voor de drie dagwinkels ingevuld; wordt daar bij uitgegaan van een complementair -niet concurrerend- winkelaanbod en is er ruimte voor overleg met de plaatselijke winkeliersvereniging? Tenslotte houdt hij een pleidooi voor een zorgvuldig omspringen met de bestaande houtopstanden in de pastorietuin wanneer daar voorzieningen voor de huisvesting van bejaarden getroffen gaan worden. In dat verband merkt spreker op dat een eik van 200 jaar wel oud is maar nog niet der dagen zat. De heer VAN DER WESTERLAKEN stelt de volgende vragen. Heeft de ge meente voldoende greep op wijzigingen in het bestek, artikel 2 van de overeen komst? Deelt Hoela-beheer in het risico van overschrijding van het bestek, arti kelen 6 en 7? In de overeenkomst is sprake van lang-parkeerders; waar moeten de bewoners van de bovenwoningen hun auto dan parkeren? Wanneer het voormalig Mariaschool-complex zal worden afgebroken, is er dan vervangende ruimte voor alle huidige gebruikers? Tot slot is ook hij geïnteresseerd in de wijze van toe wijzing van de dagwinkels. De heer POSTHUMA is blij dat met deze overeenkomst weer een stap wordt gezet in de invulling van het centrumproject Ulvenhout. Ook zijn fraktie hecht veel waarde aan complementaire winkelvoorzieningen en heeft daarom tijdens de commissie-behandeling gevraagd dit als voorwaarde aan de overeenkomst toe te voegen. Op welke wijze denkt het College daaraan inhoud te geven? De heer VAN YPEREN merkt op dat de tot dan toe gestelde vragen een herhaling zijn van de discussie in de commissievergadering, weliswaar op essen tiële punten. Hij maakt het College een compliment voor de bereikte overeen kom st Ook de heer H. VAN GILS complimenteert het College voor de voortva rendheid waarmee de centrumvoorziening Ulvenhout is aangepakt. Daarbij is echter een schoonheidsfoutje gemaakt, met name het late tijdstip waarop de naast-be trokkenen omtrent wijzigingen in het plan zijn geïnformeerd. Ten aanzien van de winkeltoewijzing en de parkeervoorzieningen sluit hij zich aan bij eerdere vra gen. De VOORZITTER zet uiteen dat de voortvarendheid waarmee aan dit project is gewerkt tevens zijn oorzaak vindt in het feit dat de indieningster- mijn voor het woningwetwoningencontingent op 1 juni 1988 sluit. Er is met man en macht gewerkt om de overeenkomst alsmede de bouwplannen voor dat tijdstip gereed te hebben zodat zij tijdig in Den Bosch zullen liggen. De overeenkomst is intern op zijn juridische waarde getoetst. Het bouwplan waarvoor nu een vergunning wordt verleend stemt in essentie overeen met de destijds gepresenteerde maquet te. Als gevolg van de berekende geluidsbelasting van de bovenverdieping van de dagwinkels kan aan de zijde van de Dorpstraat geen woonbestemming worden toege kend maar wel een bestemming als kantoor-ruimte of kantine. Inmiddels is aan een daar gevestigde middenstander een optie verleend voor een dagwinkel; daar kan wat het College betreft ook de erboven gelegen kantoorruimte in worden betrok ken. De resterende kantoorruimte is voldoende voor een andere ondernemer in het complex. Hierdoor zullen er in totaal 2 woningen minder gerealiseerd worden dan in het oorspronkelijke plan. De beslissingsbevoegdheid over de toewijzing van de resterende twee dagwinkels zal het College aan zichzelf voorbehouden middels voorwaarden in de desbetreffende grondverkoopbesluitenHet College zal alles in het werk stellen de in de pastorietuin aanwezige boombeplanting zoveel mogelijk te handhaven; waar dat niet mogelijk is zal de gemeente zichzelf een herplant plicht opleggen. De heer VAN HARTEN interrumpeert met de vraag of het College bereid is plannen daartoe aan een commissie voor te leggen. De VOORZITTER zegt toe dat daarover overleg zal plaatsvinden binnen de commissie Openbare Werken. Op korte termijn zal het College een voorstel doen tot aankoop van een gedeelte van de pastorietuin welke als een rijk bezit be schouwd moet worden en waarmee zorgvuldig zal worden omgesprongen. Ter voorko ming van budgettaire overschrijdingen kan het nodig zijn de bouw op onderdelen enigszins aan te passen. Daarvoor zijn wijzigingen in de bestekken nodig. Par tijen spreken uit dat zij die wijzigingen zullen bevorderen. Dat doet geen af breuk aan de invloed van de gemeente. Wijzigingen zullen moeten passen in de verleende bouwvergunning.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 230