de zuiveringsinstallatie van het Hoogheemraadschap. Intussen dacht Grontmij aan uitbreiding van de filtragecapaciteitGelijktijdig werden ook onderhandelingen gevoerd met het Hoogheemraadschap welke er uiteindelijk toe hebben geleid dat het perculatiewater via het rioolstelsel van Breda kan worden overgepomp naar Nieuwveer. Het nu te nemen voorbereidingsbesluit moet in dat opzicht enkele aan vullende voorzieningen mogelijk maken. Het experiment met de hyperfiltrage-in- stallatie moet als mislukt beschouwd worden en komt geheel voor rekening van de Grontmij. Als sluitingsdatum voor de afvalstoffenberging Bavel Dorst geldt nog altijd 1992, het jaar waarin de stortplaats vol zal zijn. De heer ZWIJNENBURG brengt onder de aandacht de situatie waarin Grontmij een andere aanvraag indient dan nu het geval is; grotere puinkisten met een bijbehorend gebouw. Zo'n aanvrage kan passen binnen het voorbereidingsbe sluit. Hij vraagt het college bij afwijking van het huidige voorstel een en ander opnieuw in de Raad te brengen. De VOORZITTER zegt toe dat, mocht die situatie zich voordoen, aan die wens van de Raad tegemoet zal worden gekomen. De heer H. VAN GILS vraagt hoelang de huidige exploitant, Grontmij, verantwoordelijk blijft voor de instandhouding en werking van de voorzieningen rond de stortplaats. De VOORZITTER zet uiteen dat het contract van de Grontmij met het Stadsgewest Breda bepaalt dat de exploitant tot 10 jaar na sluiting van de stortplaats gehouden is aan de instandhouding van zuiveringstechnische werken, landschappelijke inplanting etc. Na die periode van 10 jaar gaat het beheer over op het Stadsgewest Breda. Het Stadsgewest legt intussen één reserve-potje aan voor eventuele calamiteiten na het verstrijken van die 10 jaar. De Zuidfractie zal bovendien aandringen op het verzekeren van de risico's na voornoemde perio de De heer VAN YPEREN verklaart dat het antwoord van de voorzitter op zichzelf overtuigend is. Toch blijft bij hem de vrees bestaan dat door de spons- werking van de vuilberg vroeg of laat perculatiewater uit zal treden. Op dat moment zal naar verwachting de opvangcapaciteit middels een buizenstelsel onvol doende blijken. Hij verwacht dan ook dat alsnog een opvangbekken noodzakelijk zal blijken. De heer VAN GESTEL signaleert de problemen welke zich een aantal malen per jaar voordoen bij zware regenval. Op die momenten zal de opvangcapaci teit van het perculatiewater tezamen met het zogenaamde run-off onvoldoende zijn en zal er, overeenkomstig de geldende lozingsvergunning, een overstort plaats vinden op de Molenlei. Hij verzoekt daarom .het college te bewerkstelligen dat aan de Hinderwetvergunning de voorwaarde wordt toegevoegd dat er een gesloten opvangsysteem moet komen en dat alleen gezuiverd water via de overstort geloosd mag worden. De VOORZITTER houdt de Raad voor dat de beheersing van de milieu technische problemen rond de afvalstoffenberging Bavel Dorst is ondergebracht bij het Stadsgewest Breda. Besluitvorming op het gebied van de ruimtelijke orde ning dient plaats te vinden in één van de drie gemeenten waarop de afvalberg is gesitueerd. In dit geval is dat een deel van de gemeente Nieuw-GinnekenAndere zaken zijn formeel niet aan de orde. De heer VAN GESTEL vraagt waarom het college dan toch de nieuwe lozingsvergunning bij de stukken ter inzage heeft gelegd. De VOORZITTER antwoordt dat het college de Raad graag zo volledig mogelijk wil informeren. Wanneer daaraan behoefte bestaat zal het college de Grontmij uitnodigen om de Raad tekst en uitleg te geven. Dit voorstel beperkt zich tot het nemen van een voorbereidingsbesluit. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agen da is voorgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 277