10. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET TER UITVOERING VAN HET
BASISRIOLERINGSPLAN
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals
op de agenda is voorgesteld.
11VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE AANLEG VAN OPEN
BARE VERLICHTING LANGS DE WOUWERBEEKSEWEG TE BAVEL
De heer VAN GESTEL vraagt het college in goed overleg met de omwo
nenden tot een zorgvuldige plaatsbepaling van de lantaarnpalen te komen.
De VOORZITTER zegt toe dat voorafgaande aan plaatsing overlegd zal
worden over een veilige plaatsbepaling.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agen
da is voorsteld.
12. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN AANVULLEND KREDIET TEN BEHOEVE
VAN DE RECONSTRUCTIE HOF SCHOUTENLAAN.
De heer TEUNISSEN vraagt zich af of het voorgestelde5 krediet wel
voldoende zal zijn na de schade die is ontstaat op het gedeelte van het Hof tus
sen de Kerkstraat en de Jan Oomenstraat.
De VOORZITTER antwoordt dat schade veroorzaakt door derden door
gaans door de gemeente wordt verhaald op de veroorzaker.
De heer VAN YPEREN maakt het college een compliment voor de wijze
waarop het Hof in verkeerstechnisch opzicht is gereconstrueerd. Zowel gebruikers
als omwonenden zijn tevreden. Hij hoopt dat na de nu voorgestelde reconstructie
de snelheidsremmende slinger erin zal blijven.
Het is de VOORZITTER bekent dat men alom tevreden is met de recon
structie; echter de slinger zal iets afgezwakt dienen te worden.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agen
da is voorgesteld.
13. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR EEN PERCEEL GE
LEGEN NAAST DE STORTPLAATS BAVEL DORST TEN BEHOEVE VAN HET UITBREIDEN VAN
DE BESTAANDE WATERZUIVERINGSINSTALLATIE.
De heer ZWIJNENBURG brengt in herinnering dat op 14 april 1987 met
grote spoed een voorbereidingsbesluit moest worden genomen om voorzieningen te
kunnen treffen welke te verwachten calamiteiten moesten tegengaan. Die voorzie
ningen zijn niet getroffen omdat, zoals gesteld in de commissie Ruimtelijke
Ordening en Openbare Werken, de techniek zo snel is voortgeschreden dat de toen
voorgestelde voorzieningen intussen achterhaald zijn. De Grontmij had en heeft
het voornemen investeringen te doen in de afvalstoffenberging Bavel Dorst om
te voorkomen dat perculatiewater zich zal vermengen met oppervlaktewater. Die
investeringen worden op prijs gesteld zonder dat er daarmee een opening wordt
gegeven op een later tijdstip van afbouw van deze stortplaats. Alle activiteiten
van Grontmij worden op de voet gevolgd; ook die ten aanzien van de landschappe
lijke inpassing.
De heer VAN YPEREN schetst zijn onvrede met de steeds wijzigende
voorstellen van de Grontmij. Eén ding is zeker, er komt perculatiewater uit die
vuilberg en dat moet worden opgevangen. Op grond van onvoldoende deskundigheid
moet de Raad wel accoord gaan met dit voorstel.
De VOORZITTER zet uiteen dat de Grontmij in het voorjaar van 1987
grote problemen had met de zuivering van het uittredend perculatiewater. Daartoe
werden een hyperfiltratie-installatie en aanvullende werken gebouwd. De zuive
ringscapaciteit bleek echter onvoldoende om rechtstreeks op de Molenlei te
kunnen lozen. Lange tijd is daarom het afvalwater per tankwagen afgevoerd naar