ook informatie kan worden afgelezen over welke behoefte aanwezig is voor welke
soort woningen en of het wenselijk is al dan niet tot verkoop van woningwet
woningen over te gaan.
De heer VAN DER WESTERLAKEN is blij dat na enig geharrewar nu een
voorstel wordt aangeboden dat ook door hem kan worden onderschreven. Op een
enkel punt verlangt hij een nadere toelichting. Wordt er inschrijfgeld geheven?
Hij spreekt zich uit voor een adviescommissie en toewijzing door het college van
burgemeester en wethouders; het woordgebruik ware daar op af te stemmen. De
reden daarvan ligt in de politieke aanspreekbaarheid. In dat verband maakt hij
ook bezwaar tegen deelname van een vertegenwoordiger van Woningbouwvereniging
Sint Laurentius aan het spreekuur van de wethouder. De binnen de gemeentesecre
tarie verantwoordelijke ambtenaar komt zijns inziens daarvoor meer in aanmer
king. Ten aanzien van eventuele bezwaren is hij van mening dat deze ingediend en
behandeld moeten worden bij de Raad danwel een commissie uit de Raad.
De heer POSTHUMA verduidelijkt dat hij niet heeft gevraagd om een
bezwarencommissie maar om een bezwarenprocedure.
Vervolgens herhaalt de heer VAN DER WESTERLAKEN de vraag elders
studerenden te behandelen als inwoners. De eventuele aanschaf van software komt
voor hem als een verrassing maar hij heeft er alle vertrouwen in dat de eigen
deskundige er in zal slagen een verantwoord systeem op te zetten.
Namens het C.D.A. verklaart de heer ZWIJNENBURG dat zijn fractie er
zeer aan gehecht was dat dit voorstel nog voor de zomervakantie 1988 in behande
ling zou worden genomen. Het is verheugend dat daarmee voor de woningzoekenden
inzichtelijk kan worden gemaakt hoe de rangorde bij toewijzing wordt bepaald.
Dit betekent geen diskwalificatie van de tot dan toe gehanteerde methode waarbij
ook zeer zorgvuldig werd afgewogen aan wie moest worden toegewezen. Ook hij
pleit voor een eenduidige aanduiding van de adviescommissie. De laatste zinsnede
van artikel 2 kan wat hem betreft vervallen. Aan artikel 13 ware na het eerste
woord toe te voegen het woord "formele" en aan het einde van dat artikel ware
toe te voegen de zinnen: "Indien de commissie op grond van ernstige overwegingen
van oordeel is dat afgeweken zou moet worden van de regels van toewijzing dan
toetst het college het oordeel van de commissie aan bestuurlijke overwegingen en
vervolgens wijst het college toe. Van een dergelijke beslissing wordt mededeling
gedaan aan de raadscommissie voor Algemene en Juridische Zaken." Daarnaast ware
in de verordening op te nemen dat bij voorrang wordt toegewezen aan de inge
schrevene met het hoogste aantal punten. Ten aanzien van de totstandkoming van
het advies binnen de commissie wordt in de verordening niets aangegeven. Hier
zou de binnen het college van burgemeester en wethouders gebruikelijke stempro-
cedure gevolgd kunnen worden.
Mevrouw HOUT deelt mede dat de V.V.D.-fractie in grote lijnen ac-
coord gaat met dit voorstel. Zij merkt op dat het de taak van de Raad is goede
verordeningen vast te stellen en daarbij greep te houden op het te voeren be
leid. Daartoe hoort ook een duidelijk taalgebruik waardoor een woord als "urgen-
tienormeringssysteem" vermeden kan worden. Ook zij wijst op de noodzaak van een
éénduidig taalgebruik en signaleert daarbij het afwisselend gebruik van de woor
den "regels" en "richtlijnen" welke voor interpretatieverschillen vatbaar zijn.
De redactie van de artikelen 6 en 8 geeft geen uitsluitsel over de vraag of de
Raad danwel burgemeester en wethouders het zogehete urgentienormeringssysteem
vaststellen. Zij geeft de voorkeur aan een rapportage aan de Raad in plaats van
aan burgemeester en wethouders, artikel 10 van de verordening op de commissie
voor de woonruimteverdeling. Eerdere opmerkingen ten aanzien van het spreekuur
en de beroepsmogelijkheden worden door haar overgenomen.
De heer TEUNISSEN spreekt zijn tevredenheid uit over het nu voor
liggende voorstel waarin de rol van Woningbouwvereniging Sint Laurentius ver is
teruggedrongen. Dit in tegenstelling tot de overeenkomst waartoe bij de vorige