NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD D.D. 24 AUGUSTUS 1988.
Aanwezig de leden van de Raad:
de dames F.V.M. Bogmans en Mr. V. Hout-Moermond en de heren
J.B.A. van Gestel, H.M.C.J. van Gils, J.H. van Gils, Drs. A.
Harten, A.T.M. van Hulst, F.L.M. Paulussen, G.Posthuma, J.A.
P.H.M. Teunissen, J.C. van der Vesterlaken, P. van Yperen.
Voorzitter: P.A.C.M. van der Velden;
Secretaris: Drs. H.V.S.M. Nuijten;
Afwezig V.Ch. Villemsen en B. Zwijnenburg.
van
Rops,
De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed,
heet eenieder hartelijk welkom en deelt mede dat bericht van verhindering is
ontvangen van de heren Villemsen en Zwijnenburg.
Vervolgens stelt hij aan de orde het enige agendapunt:
VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE BUDGETRESERVERING 1993 VAN HET MEERJARENPRO
GRAMMA RESTAURATIE MONUMENTEN.
Onder verwijzing naar de bij dit voorstel gevoegde toelichting
merkt de heer VAN DER VESTERLAKEN op dat het toekennen van prioriteit aan de
R.K. kerk te Bavel voor andere monumenten kan betekenen dat zij in de ver
sukkeling raken. Het terugbrengen van het subsidiebedrag tot 40% van de sub
sidiabele kosten kan voor particuliere monumentenbezitters betekenen dat het
niet langer verantwoord is het monument te handhaven. Hij pleit er daarom voor
prioriteit toe te kennen aan het monument dat die steun op dat moment het
hardste nodig heeft.
De VOORZITTER merkt op dat de budgetten voor de jaren 199 0, 1991
en 1992 zijn vastgesteld. De bepaling van de prioriteiten en de invulling
daarvan moet nog plaatsvinden. Ook het college betreurt dat er voor de komende
jaren onvoldoende middelen beschikbaar zijn voor restauratie van monumenten.
Dat kan er toe leiden dat men op een dermate wijze tot prioriteitstelling moet
komen dat men niet op een volwaardige en verantwoorde wijze kan komen tot res
tauratie van op zichzelf waardevolle monumenten. Desondanks stelt hij voor het
budget voor 1993 vast te stellen. De Raad kan zich dan in de komende periode
beraden op de vraag op welke wijze de beschikbare middelen het best verdeeld
kunnen worden over die monumenten welke daarvoor het meest in aanmerking
komen. Hij merkt daarbij op dat er gemeentebesturen zijn die de beschikbare
middelen onvoldoende aanwenden waaruit de rijksoverheid de conclussie zou
kunnen trekken dat er voldoende middelen zijn. Het gemeentebestuur van
Nieuw-Ginneken mag het niet zover laten komen en moet streven naar een zo
effectief mogelijke aanwending van de beschikbare middelen; daarbij niet
alleen de kerk in Bavel in ogenschouw nemend maar nadrukkelijk ook de molen in
Ulvenhout als ook de overige monumenten.
De heer VAN DER VESTERLAKEN dankt de voorzitter voor dit antwoord
dat tegemoet komt aan de aandacht welke hij op de molen van Ulvenhout wilde
vestigen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de
agenda is voorgesteld.
De VOORZITTER sluit de vergadering met het gebruikelijke gebed.
ALDUS VASTGESTELD IN ZIJN OPENBARE
VERGADERING VAN 27 OKTOBER 1988.