Wethouder VAN GILS deelt mede dat de gemeentebegroting 1989 op een later tijdstip bij de raadsleden zal worden thuisbezorgd. 32. VOORSTEL TOT HET ONGEGROND VERKLAREN BEZWAARSCHRIFT VAN J.A. FENS TEGEN WEIGERING VRIJSTELLING VOOR HET GEPLAATST HOUDEN VAN 3 STA-CARAVANS AAN DE STRIJBEEKSEWEG 43 TE ULVENHOUT. De voorzitter van de bezwarencommissie de heer VAN YPEREN is van mening dat dit en de volgende 2 voorstellen opzichzelf erg duidelijk zijn. Ook het bijgevoegde verslag van zijn commissie draagt daaraan bij. Hij attendeert op de aanbeveling van de beroepscommissie in 2 van de 3 gevallen gebruik te maken van het overgangsrecht. De bereidheid daartoe blijkt overigens ook uit de laatste zinssnede van het collegevoorstel waarin wordt aangekondigd dat mogelijkheden zullen worden onderzocht een vergunning onder voorwaarden te verlenen. De heer WILLEMSEN plaatst een aantal kanttekeningen bij de agendapunten 32, 33 en 34. Hij vraagt zich in de eerste plaats af of de Arob- commissie wel bevoegd was appelanten te horen. Vervolgens gaat hij in op de omstandigheden waaronder deze situaties in de jaren '50 en '60 gegroeid zijn. De toenmalige burgemeester verleende vaak op persoonlijke titel toestemming her en der recreatieve optrekjes te plaatsen, een en ander werd dan vaak vastgelegd op een klein kaartje. Op de derde plaats merkt hij op dat het bestemmingsplan Buitengebied niet is aangepast op de nieuwe Kampeerwet van %984. Er zijn wel indicentele aanpassingen geweest maar hij bepleit een integrale aanpak. Zijn bezwaar tegen de gevolgde procedure is met name daarop gericht. Deze mensen hebben een aanschrijving gekregen en mensen die hun caravan zo'n 500 meter verderop hebben staan hebben geen aanschrijving gekregen. Als vierde punt vestigt hij de aandacht op de omschrijving van het begrip boerderij. Er moet rechtsgelijkheid gelden voor alle burgers. Daarom trekt hij een parallel tussen een situatie aan de Ballemanseweg en de Goudbergseweg. Hij doet daarom een dringend beroep op het college deze mensen te helpen. Tot slot merkt hij op grote twijfels te hebben over de kansen van de gemeente wanneer appelanten verder in beroep gaan. De heer VAN HARTEN brengt in herinnering de discussie rond de vaststelling van de kampeerverordening op 10 maart 1987. Bij die gelegenheid is door hem beleit in de omschrijving van agrarische activiteiten het woord "beroepsmatig" toe te voegen. Deze suggestie is toen niet door de raad overgenomen maar had in de onderhavige situatie wel meer helderheid kunnen verschaffen. In diezelfde vergadering heeft het college overigens ook toegezegd dat binnen 1 2 jaar een evaluatie van de kampeerverordening zou plaats vinden op eventuele wenselijke bijstellingen. Hij adviseert het college de notulen van die vergadering er nog eens op na te slaan. Dan zal ^duidelijk worden dat een Kampeerplaatsenplan een beter instrument is dan het ^bestemmingsplan Buitengebied om wildgroei tegen te gaan. De VOORZITTER verwijst naar de toezegging gedaan in de voorstellen dat individueel gekeken zal worden naar de mogelijkheden voor appelanten. Dat neemt niet weg dat het college ook behoefte heeft aan een structurele aanpak van de problematiek. Daarbij zal het nodig blijken de kampeerverordening opnieuw te bezien Tegelijkertijd zal ook een bereiking van het bestemmingsplan Buitengebied moeten plaatsvinden. Het college kan daarbij de mogelijkheden en het effect van een Kampeerplaatsenplan onderzoeken. Voor de toekomst zal hezien moeten worden welk beleid gevoerd moet worden voor situaties die in het verleden gegroeid en gedoogd zijn. De heer VILLEMSEN spreekt zijn vertrouwen uit in de toezeggingen zoals die hier zijn gedaan. Tot slot wijst de VOORZITTER op de complexieteit van de materie; onderlinge afstemming van het bestemmingsplan Buitengebied en Kampeervei ordening. Daarmee zal een aanvang gemaakt worden. Dat laat onverlet dat individuele gevallen zorgvuldig bezien moeten worden. De wijze van benadering door de hoorcommissie en door het college bieden daartoe voldoende garanties. Hierna wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 33- VOORSTEL TOT HET NIET ONTVANKELIJK VERKLAREN VAN BEZVAARSCHRIFT VAN DE HEER A..T. VAN GINNEKEN TE STR IJ BEEK INGEVOLGE DE KAMPEERVET.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 388