F.L.M.Paulussen-Ulvenhout
l?l§i^?begroting=1989
Geacht College,
In de behandeling van uw beleidsbegroting 1989» zal ik mij
in hoofdzaak beperken tot die zaken die het belang van Ulvenhout
betreffen.
Het zit u kennelijk hoog dat het commissiewezen in ons bestuur
niet optimaal functioneert.
U begint er meteen maar over bij het hoofdstuk Algemeen Bestuur.
Ik ben het met u eens dat het goed is dat een en ander eens op
nieuw wordt bezien en zeker niet alleen op het onderdeel "toe
horende raadsleden"; ik acht zulks van minder belang dan het feno-jj
meen dat één onderwerp soms behandeld wordt in drie verschillende
commissies met dikwijls dezelfde commissieleden.
Een combinatie van commissies die dezelfde onderwerpen behandelen,
weliswaar vanuit een andere gezichtshoek maar met hetzelfde doel,
kan al een belangrijke bijdrage betekenen tot het effectief en
rationeel behandelen van zaken.
Mijn visie op dit onderwerp geeft aan dat het voorbereidende be-
stuurswerk mijns inziens van het grootste belang is, enzeker niet
alleen moet dienen om de raadsleden te informeren over het besluit
vormingsproces
Sterker nog, de raad/raadsleden dienen de besluitvorming te beïn
vloeden, te beheersen.
Als vervolg op deze inleidende opmerking, ga ik nu verder in op Ij
diverse onderdelen van uw beleidsvoornemens.
De paragraaf Voorlichting spreekt over een Voorlichtingsnota, be
staande uit een gestructuteerd meerjarenplan.
Dat belooft wat te worden, maar de dagelijkse voorlichting door
het gemeentebestuur maar vooral door de ambtenaren staat toch zo
dicht bij de behoefte van de burger, dat daar allereerst aandacht
aan moet worden besteed.
Uw Voorlichtingsnota, alsmede en passant een actuele Informatiegids»
zie ik met grote belangstelling tegemoet.
Vandalismekleine criminaliteit of hoe je het verder maar noemen
wilt, is waarschijnlijk moeilijk te bestrijden.
Hoever is de werkgroep gevorderd met haar onderzoek naar middelen
ter voorkoming/bestrijding van deze problematiek
Met veel lof voor ons politie-apparaatvraag ik me dan ook met