NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD D.D. 27 OKTOBER 1988. Aanwezig de leden van de Raad: de dames F.W.M. Bogmans en Mr. W. Hout-Moermond en de heren J.B.A. van Gestel, H.M.C.J. van Gils, J.H. van Gils, Drs. A. van Harten, A.T.M. van Hulst, F.L.M. Paulussen, G.Posthuma, J.A. Rops, P.H.M. Teunissen, J.C. van der Westerlaken, W.Ch. Willemsen, P. van Yperen en B. Zwijnenburg. Voorzitter: P.A.C.M. van der Velden; Secretaris: Drs. H.W.S.M. Nuijten; De VOORZITTER opent de vergadering met het voorgeschreven gebed, heet eenieder hartelijk welkom en stelt aan de orde: 1. NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE RAAD VAN 24 AUGUSTUS 1988 EN VAN 6 SEPTEMBER 1988. De notulen van de vergadering van 24 augustus 1988 worden ongewijzigd vastgesteld. Met betrekking tot de notulen van 6 september 1988 merkt mevrouw HOUT op dat het genotuleerde op pagina 6, tweede alinea, geen juist weergave is van hetgeen zij naar voren heeft gebracht. Zij heeft er met name voor ge pleit de grootst mogelijke terughoudendheid te betrachten bij het nemen van voorbereidingsbesluiten ten behoeve van belangrijke ingrepen in het buiten gebied De VOORZITTER zegt toe dat de notulen dienovereenkomstig zullen worden aangepast. Met inachtneming van deze correctie worden ook de notulen van 6 september 1988 vastgesteld. 2. INGEKOMEN STUKKEN. De brieven van drie belangengroeperingen, ter inzage gelegd onder H, geven de heer PAULUSSEN aanleiding tot het maken van een aantal opmer kingen. Het verzoek van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels komt neer op een verzoek aan de gemeenten bij de verpachting van het jacht- recht de jacht te beperken tot een aantal bejaagbare jachtvogels. Het betreft vogels die vallen onder de Jachtwet. De minister van Landbouw en Visserij weigert in te gaan op verzoeken van hiervoor gemelde vereniging tot uitsluit ing van de jacht op een aantal genoemde jachtvogels. Argument van Vogelbe scherming is dat het hier vogels betreft die geen schade berokkenen aan land en tuinbouw. De Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging daarentegen beroept zich op de internationaal erkende gedragsregel welke toestaat op gepaste wijzt te oogsten van hetgeen de natuur voortbrengt. Dit uitgangspunt wordt niet alleen erkend door de vier grootste landelijke politieke partijen, maar tevens gehanteerd bij de verpachting van terreinen die onder de verantwoordelijkheid vallen van de minister van Landbouw en Visserij. Spreker is de mening toege daan dat het ambtelijk advies onvoldoende de meritus van de zaak heeft afge wogen. Hij vraagt daarom het college een aanvullend advies in te winnen bij d« direktie Faunabeheer van het ministerie van Landbouw en Visserij en niet direkt in te gaan op al te emotionele oproepen van belangengroeperingen. De VOORZITTER antwoordt dat de zorgvuldigheid vereist dat lokaal beleid wordt getoetst aan dat van een hogere overheid. Dat laat onverlet dat er daarnaast ruimte is voor het ontwikkelen van een eigen beleidslijn. Het college heeft zich daarbij laten leiden, door wat het zou willen noemen, belangen van de natuur. Het college is echter bereid een aanvullend advies in te winnen bij de direktie Faunabeheer van het ministerie van Landbouw en Visserij. Na ontvangst daarvan zal het college uitdrukkelijk een eigen standpunt bepalen. Dit punt van de agenda wordt aangehouden. Hierna worden de overige op de agenda geplaatste stukken voor kennisgeving aangenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 494