- 3 -
gezocht. Bij het ontbreken van een dergelijke verordening kan met een
beperktere vorm van toezicht worden volstaan (artikel 16).
Wij raden u af om met het oog op de proefneming GBA een alle gemeentelijke
registraties omvattende verordening in het leven te roepen. Beter is het
daartoe te wachten tot de Wet op de persoonsregistraties en de daarop geba
seerde AMvB's zijn vastgesteld. Van de VNG kjnt u een herziene model-veror
dening verwachten, zodra de Wet op de persoonsregistratie in werking is
getreden.
Considerans
In de considerans is aangegeven welk gedeelte van belang is voor een
privacy-reglement als uitvoeringsregeling van een bestaande privacy-veror-
dening en welk gedeelte van belang is voor een door de raad vast te stellen
privacy-reglement
Artikelen 6 en 7
Buitengemeentenjke afnemers die aan de proef deelnemen worden door de
minister van binnenlandse zaken aangewezen. Hij beoordeelt daarbij welke
gegevens deze afnemers nodig hebben voor een goede taakuitoefening. Naast
de door BiZa aangewezen afnemers kunnen de proefgemeenten van elkaar afne
mer zijn. Ook deze situatie wordt in de proefneming GBA getoetst.
De binnengemeentelijke verstrekking van gegevens uit het proefbestand vormt
geen onderdeel van de praktijkproef. Heel wel voorstelbaar is dat een
proefgemeente tegelijk met de landelijke praktijkproef de interne
gegevensverstrekking binnen het nieuwe systeem wil beproeven. Ten behoeve
van deze binnengemeentelijke proef is de gegevensverstrekking geregeld in
artikel 6, onder c, en in artikel 7, lid 3. Deze verstrekking kan zowel via
een uitdraai als via een eindstation plaatsvinden. In het laatste geval
spreken wij van rechtstreekse toegang. Hoewel het in wezen geen verschil
maakt of een gemeentelijke dienst gegevens verkrijgt door middel van een
uitdraai of door middel van een eindstation, menen wij dat aan de recht
streekse toegang zwaardere ei6en moeten worden gesteld (artikel 9). Immers,
voorkomen moet worden dat langs de weg van de rechtstreekse toegang ongeli
miteerd inzage van gegevens wordt verkregen.
Artikel 7, lid 3, geeft de norm aan waaraan een gegevensvraag moet worden
getoetst. In de praktijk zal het hoofd van de afdeling bevolking deze toets
verrichten en bij probleemgevallen te rade moeten gaan bij de formele uit
voerder van dit reglement: burgemeester en wethouders.
Artikel 10
Voor de betrouwbaarheid van de gegevens in de basisadministratie is het van
belang dat de door de afnemers gesignaleerde onjuistheden aan het hoofd van
de afdeling bevolking worden doorgegeven. Deze zal vervolgens nagaan of de
gegevens onjuist zijn en, zo ja, in hoeverre op basis daarvan een aanpas
sing in de basisadministratie moet plaatsvinden. Blijken de gegevens ook
onjuist te zijn opgenomen in het bevolkingsregister, dan zal eerst in dat
register de aanpassing moeten plaatsvinden.
Bij verordening is het niet zinnig om voorwaarden te stellen aan door de
minister van binnenlandse zaken aangewezen afnemers. De meldingsplicht zal
een plaats moeten krijgen in het besluit van de minister. De minister zal