gen en provinciale voorschriften zijn toegekend aan het bevoegd ge zag, voor zover de bevoegdheden niet opgedragen zijn en voorbehou den zijn aan de Raad. 2. De commissie wordt tevens aangemerkt als bevoegd gezag ingevolge de Wet Medezeggenschap Onderwijs. 3. In overleg met een adviescommissie uit de Raad brengt de commissie een advies uit aan de Raad bij de benoeming, de schorsing of het ontslag van de directeur. 4. De bevoegdheid bedoeld in artikel 49 van de Wet op het Basisonder wijs houdende de aanstelling van personeel buiten het ingevolge ar tikel 104 (van bedoelde wet) door het Rijk aan het bevoegde gezag te vergoeden bedrag blijft voorbehouden aan het huidige bevoegd ge zag. Artikel 9 Advies gemeentebegroting 1De commissie wordt in de gelegenheid gesteld aan Burgemeester en Wethouders advies uit te brengen over de ontwerp-gemeentebegroting met toelichting voor het volgende kalenderjaar, voorzover die be trekking heeft op het openbaar basisonderwijs. Het advies van de commissie wordt gevoegd bij de begrotingsstukken die bestemd zijn voor de gemeenteraad. 2. Indien Burgemeester en Wethouders een advies van de bestuurscommis sie tot het wijzigen of aanvullen van de ontwerp-begroting niet overnemen motiveren zij dat schriftelijk aan de gemeenteraad. Artikel 10 Onderhoud Aan de commissie is opgedragen het planmatige en dagelijkse onderhoud van de schoolgebouwen. Paragraaf 4 Werkwijze Artikel 11 Zittingsperiode 1. De zittingsperiode van de leden van de commissie is gelijk aan die van de leden van de Raad. 2. Bij benoeming ter vervulling van een tussentijdse vacature heeft de benoemde zitting tot het einde van de zittingsperiode in wiens plaats hij is benoemd. 3. De bij het einde van hun zittingsperiode aftredende leden van de commissie blijven in functie tot hun opvolgers zijn benoemd. 4. De bij het einde van hun zittingsperiode aftredende leden van de commissie zijn, indien zij daarvoor door de desbetreffende geleding opnieuw zijn aangewezen, terstond herbenoembaar. Artikel 12 Tussentijds aftreden ontslag 1. Een lid van de commissie kan te allen tijde ontslag nemen. Hij dient zijn ontslag schriftelijk in bij de voorzitter en bij de Raad 2. Een lid als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder c., houdt op lid van de commissie te zijn indien de geleding die hem heeft aange wezen schriftelijk aan Burgemeester en Wethouders te kennen -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 559