Artikel 5
Artikel 6
welzijnsactiviteiten die het karakter hebben van een eenmalig evene
ment, van een nieuwe opzet of werkwijze, dan wel niet voorzien zijn
ten tijde van de vaststelling van de gemeentebegroting.
1. Aan een instelling wordt subsidie verleend voor welzijnsactivitei
ten, indien en voor zover is voldaan aan elk van de volgende voor
waarden
a. de door de instelling te verrichten activiteiten voor een be
paald jaar zijn opgenomen in het door de Raad vastgestelde pro
gramma
b. op de goedgekeurde begroting de voor de uitvoering van het pro
gramma benodigde gelden zijn uitgetrokken;
c. de rijksgelden, die op het moment van vaststelling van het pro
gramma als bijdrage in de kosten van de uitvoering verwacht
mochten worden, ook daadwerkelijk worden verkregen;
d. de instelling voldoet aan het bepaalde bij of krachtens deze
verordening;
e. de instelling een redelijke contributie en/of bijdrage heft;
f. de Raad kan over het onder e. genoemde nadere regels stellen.
2. Subsidie wordt verleend voor een periode van maximaal één jaar.
Het niet of in mindere mate verkrijgen van de rijksgelden als bedoeld
in artikel 5, eerste lid onder c, kan aanleiding zijn tot dienovereen
komstige aanpassing van programma en begroting.
HOOFDSTUK 2
Het verlenen van subsidie
Paragraaf 1De subsidieaanvraag
Artikel 7
1Om op grond van deze verordening voor subsidie in aanmerking te
komen, moet schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders een aan
vraag worden ingediend.
2. Indien voor het eerst subsidie wordt aangevraagd moet bij deze aan
vraag worden overgelegd:
a. de statuten, de stichtingsakte of het reglement van de instel
ling;
b. een opgave van de bestuurssamenstelling;
c. een overzicht van de financiële toestand van de instelling;
d. een exploitatiebegroting voor het jaar waarop de aanvraag be
trekking heeft, vergezeld van een beknopte en duidelijke toe
lichting, met onder meer vermelding van de activiteiten;
e. verdere gegevens, welke Burgemeester en Wethouders nodig achten
voor het beoordelen van de subsidieaanvrage.