HOOFDSTUK 4
Subsidiabele kosten
Artikel 30 I
1Waarderingssubsidies worden vastgesteld op een vaste bijdrage in de
kosten van activiteiten.
2. Burgemeester en Wethouders stellen de bijdrage vast overeenkomstig
de richtlijnen van de Raad. Zij kunnen rekening houden met:
- de werkelijke kosten van activiteiten;
- het aantal deelnemers aan activiteiten;
- de frequentie en intensiteit van activiteiten.
Artikel 30 II
Instandhoudingssubsidies worden vastgesteld -conform de richtlijnen van
de betreffende deelverordening.
Artikel 30 III
Voor de bepaling van de subsidiabele kosten van activiteiten wordt
verstaan onder:
1. Personeelskosten:
de door Burgemeester en Wethouders aanvaarde kosten;
2. Huisvestingskosten:
a. huren, waaronder wordt verstaan de kosten van het huren van ge
bouwen of lokalen en van terreinen. De door de instellingen aan
te gane overeenkomsten tot huur van de benodigde ruimten dienen
vooraf ter goedkeuring te worden voorgelegd aan burgemeester en
wethouders;
b. kosten van onderhoud van gehuurde gebouwen, lokalen en terrei
nen, die ingevolge de wet of plaatselijk gebruik of overeenkomst
voor rekening van de huurder komen;
c. kleine aanschaffingen ten behoeve van de inrichting;
d. overige door burgemeester en wethouders aanvaarde kosten.
3. Organisatiekosten:
a. drukwerk, stencilwerk;
b. administratie- en/of accountantskosten;
c. propagandakosten
d. bestuurs- en representatiekosten;
e. bijdragen aan begeleidende organen, lidmaatschappen e.d.;
f. kosten van documentatie en literatuur;
g. kosten van deskundigheidsbevordering van vrijwillig medewerken
den of bestuursleden, voor zover deze in direct verband staan
met de taak van de betrokkenen bij de uitvoering of begeleiding
van gesubsidieerde activiteiten en vooraf door burgemeester en
wethouders goedkeuring is verleend;
h. premies van een burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering;
i. andere als zodanig door Burgemeester en Wethouders aanvaarde
kosten