Artikel 25
1. De instelling betrekt de vrijwilligers, werknemers en deelnemers
bij het beleid overeenkomstig door de minister(s) gestelde regels.
2. De Raad kan terzake nadere regels stellen.
Artikel 26
1. Een ruimtelijke voorziening moet geschikt en toegerust zijn voor de
uitvoering van het werk, en waar mogelijk bruikbaar zijn voor in
hun bewegingen beperkte mensen.
2. De Raad kan terzake nadere regels stellen.
Artikel 27
1. Indien de activiteiten worden uitgevoerd door beroepskrachten be
schikken deze over een zodanige kennis en/of ervaring dat een ver
antwoorde uitoefening van hun functie is gewaarborgd, overeenkom
stig door de minister(s) gestelde regels.
2. De Raad kan terzake nadere regels stellen.
Artikel 28
Bij instellingen met beroepskrachten behoeft de personeelsformatie,
alsmede wijziging daarvan, goedkeuring van Burgemeester en Wethouders.
Artikel 29
Het College kan regels stellen terzake van:
a. het aantal effectieve arbeidsuren dat een beroepskracht moet beste
den aan het werken met vrijwilligers of gebruikers;
b. de groepsgrootte;
c. het aantal uren dat een ruimtelijke voorziening voor de gebruikers
moet zijn opengesteld;
d. de wijze waarop de registratie van de activiteiten met gebruikers
plaats heeft, mede met het oog op de bescherming van de persoon
lijke levenssfeer van de gebruikers;
e. het bij voorrang richten van de activiteiten op bepaalde categorie-
en van de bevolking;
f. de samenwerking met andere instellingen;
g. andere elementen die van belang geacht worden voor het waarborgen
van een voldoende kwaliteit of effectiviteit van de activiteiten.