5. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN PRIVACY REGLEMENT TEN BEHOEVE VAN DE PROEFNEMING G.B.A.. De VOORZITTER attendeert op een tweetal wijzigingen in de concept-verordening. In artikel 3 wordt: "De gemeente" gelezen als De proefgemeenten"in artikel 11 wordt de laatste zin voorafgegaan door: "3.", lid 3 dus. Mevrouw BOGMANS vraagt of het aantal afnemers, waaraan in de proefperiode gegevens worden verstrekt ingevolge artikel 6 onder a, zich beperkt tot diegenen genoemd in het voorstel. Ten aanzien van artikel 14, lid 1, vraagt zij criteria te ontwikkelen onder welke omstandigheden het initiatief tot informatieverstrekking aan de belanghebbende burger van de gemeente zal uitgaan. De VOORZITTER antwoordt dat het aantal afnemers zich inder daad beperkt tot de proefgemeenten en het drietal genoemd in het voor stel. Voorafgaande aan de daadwerkelijke start van de proef zal een ge degen voorlichtingscampagne gevoerd worden. Deze zal zich richten op de burgers en op de medewerkers van de eigen organisatie. De vraag onder welke omstandigheden het gewenst is dat de gemeente eigener beweging de burger zal informeren over het feit dat - en aan wie- bepaalde gegevens zijn verstrekt, zal worden voorgelegd aan de werkgroep die aan dit proefproject meewerkt; het ministerie van Binnenlandse Zaken daaronder begrepen. Daarna zal bespreking in de commissie A.J.Z. plaatsvinden. De heer VAN YPEREN vraagt naar het uitvoeringsbesluit in gevolge artikel 9, lid 3. De heer VAN HARTEN herkent enige mate van geestverwantschap waar het de vragen van mevrouw Bogmans ten aanzien van de artikelen 6 en 14 betreft. Wanneer andere afdelingen van de gemeentesecretarie tijdens de proefperiode gebruik gaan maken van G.B.A.- gegevens, dan wenst hij in de commissie A.J.Z. de grenzen daarvan te bespreken. De VOORZITTER stemt in met deze laatste suggestie. Dat het nog een proef betreft moge duidelijk zijn. Zodra dat mogelijk is zal het uitvoeringsbesluit ingevolge artikel 9, lid 3, er bekrachtiging aan de raad worden voorgelegd. Ook bij de voorlichtingscampagne zal de raad op enigerlei wijze betrokken worden. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda wordt voorgesteld en met inachtneming van de beide door de voorzitter aangegeven correcties. 6. VOORSTEL TOT INSTELLING VAN EEN BESTUURSCOMMISSIE VOOR DE OPENBARE BASISSCHOOL EN TOT BENOEMING VAN LEDEN. De heer ZWIJNENBURG pleit voor eenheid in voorstel en be sluit en vraagt daarom in artikel 21 het woord "scholen" te vervangen door "school". Als kandidaten namens de raad, artikel 3 eerste lid, worden door hem voorgedragen de heren Paulussen en Posthuma. De heer van HULST stelt voor alleen ouders, voogden of ver zorgers van leerlingen in de bestuurscommissie zitting te doen nemen, waarvan een kind de school bezoekt of niet langer dan 1 jaar heeft ver laten. Daarnaast vraagt hij duidelijkheid over de vraag wie bevoegd is onderwijzend personeel te benoemen. De heer TEUNISSEN vraagt of de ambtelijke bijstand als be doeld in artikel 7 vergezeld gaat van toekenning van een kostenplaats daarvoor. Hij stelt voor artikel 3, lid 1 onder b, te beperken tot ouders, voogden of verzorgers van de leerlingen van de school "afkomstig uit de gemeente Nieuw-Ginneken"

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 655