-5- dies. Zij vraagt de raad, vanaf 1990, terug te komen op zijn aanvanke lijk gekozen uitgangspunt. Wie te laat is kan alsnog een aanvraag in dienen om in aanmerking te komen voor een experimenten subsidie. De heer VAN HULST wijst op de zijns inziens onlogische sub sidiëring van het sinterklaasfeest in Strijbeek. Een vast bedrag voor ieder van de drie kernen: Bavel, Ulvenhout en Galder/Strijbeek lijkt meer voor de hand te liggen. Daarnaast bepleit hij een gelijkschakeling van de subsidiëring van muziekonderwijs aan jongeren in de leeftijd van 18 tot 20 jaar. Zowel de muziekschool als voor het Hafa- onderwijs zou dit op f.100,- per leerling tot 20 jr. gebracht moeten worden. De heer WILLEMSEN is van mening dat de samengestelde veror deningen een gedegen indruk achterlaten. Over de gevolgde inspraakpro cedure merkt hij op dat er veel is geluisterd, veel is meegenomen en weinig is overgenomen. Het democratisch gehalte wordt door hem niet hoog ingeschat. Hij hoopt dat de toegezegde lijst van subsidiabele activi teiten voor de bonden van ouderen iets zal opleveren. Met betrekking tot het vormings- en ontwikkelingswerk is hij van mening dat verenigingen de vrijheid moeten hebben activiteiten te ontplooien. Verantwoording achteraf biedt voldoende ruimte voor toetsing aan het algemeen beleid, zonder dat dit tot betutteling hoeft te lei den. Wat de Sint Nicolaasviering in Strijbeek en Galder betreft is sprake van een historisch gegroeide situatie die nu niet teruggedraaid moet worden. Zeker niet wanneer men het minimale subsidiebedrag in ogen schouw neemt. De heer TEUNISSEN heeft grote waardering voor dit gedegen werkstuk. Hij beperkt zijn opmerkingen tot het uitgangspunt dat subsidi ëring ten behoeve van de jeugd voorrang moet hebben op subsidiëring van activiteiten van volwassenen. In het welzijnsplan, hoofdstuk 4 onder 2.7.2., bladzijde 15 wordt dat correct weergegeven. In de subsidiever ordening wordt in hoofdstuk VI, artikel 2 lid 1 onder f, alleen gespro ken over leerlingen aan een erkende muziekschool. In dit laatste geval komen volwassenen ook in aanmerking voor subsidie. Hij verlangt ombui ging in het voordeel van de jeugd. Mevrouw HOUT beperkt zich tot de opmerking dat vorming en ontwikkeling bij groeperingen als ouderen en K.V.O. minder prioriteit genieten dan recreatie. Recreatie biedt meer ruimte tot contact en com municatie. Zij kan zich verder vinden in de opmerkingen van de heren Zwijnenburg en Willemsen. De VOORZITTER concludeert dat alle fracties kunnen instemmen met het kader en de bruikbaarheid daarvan als instrument voor het te voeren welzijnsbeleid. Wethouder ROPS stelt dat de ambtenaren die voor de totstand koming van deze verordening hebben zorggedragen alle lof toekomt. De vooraf in te dienen activiteitenprogramma's mogen wat het col lege betreft een zeer globaal karakter hebben. Onder overlegging van het jaarverslag kan volstaan worden met verwijzing naar de activiteiten in voorgaande jaren. Het college wil voor 1989 organisatiesdie vormings- en ontwikkelingswerk ontplooien niet opzadelen met extra rompslomp. Dat be tekent niet dat zij niet serieus genomen zouden worden. Dat daardoor gelden geblokkeerd kunnen worden is op zichzelf juist. Ook het college is van mening dat de jeugd van de basis scholen zoveel als mogelijk betrokken moet worden bij de kunstzinnige vorming. Het wegvallen van de steunfunctie betekent echter het einde van die activiteit. Het bijdrage percentage voor veel activiteiten ligt op 35%. Voor het bibliotheekwerk is de eigen bijdrage aanmerkelijk lager. In de categorie zorg- en hulpverlening mag geen drempel aanwezig zijn die deelname in de weg staat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 656