De subsidiëring van de bonden van ouderen valt uiteen in 2
delen; f.4,- voor recreatieve activiteiten en f.4,- voor vormings- en
ontwikkelingswerk. Van dit laatste bedrag wordt f.2,50 bij voorschot
uitbetaald en f.1,50 als extra achteraf als wordt aan getoond dat acti
viteiten hebben plaatsgevonden.
Als resultaat van het overleg met speel-o-theek "De Santen
kraam" heeft wethouder ROPS geadviseerd een begroting voor 1989 in te
dienen. Het is dan aan de raad om een subsidie toe te kennen.
De subsidiëring van de Sint Nicolaasviering in Strijbeek
blijft op de oude voet, meer een symbolisch bedrag, gehandhaafd.
Het college is bereid tot beperking van de subsidiemogelijk
heden voor Hafa-leerlingen. Deze kan vervallen voor leerlingen van 21
jaar en ouder met uitzondering van studenten. Op welke wijze de vrij
komende middelen ten goede kunnen komen aan de jeugd moet nog nader in
gevuld worden.
De heer ZWIJNENBURG stelt dat het C.D.A. voorstander blijft
van eigen verantwoordelijkheid. Verenigingen en organisaties zijn goed
in staat activiteiten te ontplooien zonder bemoeing vooraf. Bij verant
woording achteraf kan zonodig corrigerend worden opgetreden. De financi
ële risico's voor de gemeente zijn minimaal. Bij amendement wordt voor
gesteld artikel 5, lid 2 van de subsidieverordening te laten vervalllen
en de laatste zinsnede van artikel 8, lid 1 te wijzigen in: "een globale
aanvrage in.".
De heer VAN HULST toont begrip voor de historisch gegroeide
situatie rond de Sint Nicolaasviering in Strijbeek. Een heroverweging
voor de komende jaren is misschien toch op zijn plaats.
Mevrouw BOGMANS wijst erop dat een van de belangrijkste
taken van de raad is het goed beheren van gemeenschapsgelden. In dat
kader wordt nu een welzijnsbeleid op poten gezet dat de raad een handvat
biedt bij de uitvoering daarvan. Aan de verenigingen en instellingen
wordt duidelijk gemaakt wat de prioriteiten zijn. Aan de hand daarvan
moet het mogelijk zijn vooraf globaal aan te geven welke activiteiten
ontplooid zullen worden. Men loopt dan niet het risico dat achteraf
gezegd wordt dat bepaalde activiteiten niet stroken met het beleid.
Voor het subsidiejaar 1989 laat zij deze eis vallen.
Het beleidsplan moet een houvast bieden voor een reeks van
jaren.
De heer WILLEMSEN heeft vrede met indiening van globale
plannen zoals door het college aangegeven, het moet echter wel een een
voudig briefje blijven. Na alle commentaar tijdens de inspraakprocedure
is daar betrekkelijk weinig van in de verordeningen terecht gekomen.
Mevrouw HOUT is van mening dat het voorliggende voorstel een
breder draagvlak heeft, zowel in de raad als bij de betrokken instel
lingen, dan het aanvankelijke ontwerp. Richting verenigingen is zij van
mening dat deze zelf moeten aangeven waar voor hen de prioriteiten
liggen.
De heer TEUNISSEN gaat accoord met de voorstellen. De Hafa-
subsidies voor dit jaar handhaven en voor volgende jaren bekijken hoe de
subsidiegelden beter ten goede kunnen komen aan de jeugd, inclusief de
studenten.
Ook de heer VAN DER WESTERLAKEN stemt in met de voorstel
len. Om meer inhoud te geven aan de doelstelling bevordering formele en
informele contacten tussen instellingen bepleit hij de instelling van
een activiteitenkalender.
De VOORZITTER zegt dat deze laatste wens het college uit het
hart is gegrepen. Voor het welslagen is wel de medewerking van de ver
enigingen vereist.